86 NL/BE
voertuig start.
z Ingebruikname
Aanwijzing: Na het inschakelen
van de powerbank met compressor
1
aan de Aan-knop voor de power-
bank
9
schakelt het apparaat na
ongeveer 20 seconden automatisch
weer uit, wanneer de compressor
niet wordt gestart of er geen
verbruikers worden aangesloten.
z Capaciteit van de
powerbank met
compressor controleren
Schakel de powerbank met
compressor
1
aan de AAN-knop
voor de powerbank
9
in.
Tijdens het opladen knipperen
de controlelampjes
13
.
Het aantal controlelampjes dat
continu brandt
13
, duidt het accu-
vermogen van de powerbank
met compressor
1
aan.
Wanneer het apparaat volledig
is opgeladen, branden alle vier
controlelampjes
13
continu.
Controlelampjes Accuvermogen
0 continu 0%
1 continu 25%
2 continu 50%
3 continu 75%
4 continu 100%
z Powerbank met
compressor opladen
Sluit de powerbank met com-
pressor
1
met behulp van de
voedingsadapter
24
op een stop-
contact aan.
Sluit daartoe de kabel van de
voedingsadapter
24
op de
oplaadaansluiting (5V
/2A)
10
van de powerbank met com-
pressor
1
aan en sluit deze aan
op een contactdoos.
Voorzichtig: Gebruik uitsluitend
de voedingsadapter die met het
apparaat is
24
geleverd!
Aanwijzing: Om het apparaat
tegen beschadiging te beschermen,
is een onderspanningsbeveiliging
in de powerbank met compressor
1
ingebouwd. Deze voorkomt een
diepontlading van de powerbank
met compressor
1
en schakelt het
apparaat bij een volledig ontladen
accu automatisch uit. In dit geval
brandt nog één van de vier
blauwe controlelampjes
13
. In dit
geval kan er echter geen energie
meer worden afgenomen en wordt
de compressorfunctie gedeactiveerd.
Laad de powerbank met compressor
1
met de voedingsadapter
24
weer op.