Sertifikavimas ir atitiktis
Į šį skyrių įeina tiek normatyvai, tiek eksploatacinių savybių,
deklaruotų pagal Statybos produktų reglamentą 305/2011,
santrauka. Išsamesnę informaciją rasite produkto
eksploatacinių savybių deklaracijoje.
Sertifikavimas
Sertifikavimo įstaiga 1134
Eksploatacinių
savybių deklaracijos
numeris
360-4227-0199
360-4227-
0299
360-4227-0499
Pirmojo CE
ženklinimo metai
05 06 05
Produkto
identifikavimas
DP2061N
DP2071
DP2061T
DT2063
DT2073
Numatomas
naudojimas
Skaitykite eksploatacinių savybių deklaracijos
poskyrį 3
Esminės
charakteristikos
Skaitykite eksploatacinių savybių deklaracijos
poskyrį 9
Gamintojas
Gulf Security Technology Co.,Ltd
80, Changjiang East Road,
QETDZ, Qinhuangdao,
Hebei Province, China 066004
Gamintojo atstovas (Europoje)
UTC Fire & Security B.V.
Kelvinstraat 7, 6003 DH Weert, Pays-Bas
2002/96/EB (EEĮA direktyva): gaminių, kurie yra
paženklinti šiuo simboliu, Europos Sąjungoje
negalima išmesti kaip nerūšiuotų buitinių atliekų.
Šis gaminys bus tinkamai perdirbtas tik tuo
atveju, jei grąžinsite jį savo vietiniam tiekėjui, kai
įsigyjate lygiavertį naują įrenginį, arba atiduosite jį
tam skirtose surinkimo vietose. Daugiau
informacijos rasite www.recyclethis.info.
NL: Installatie-instructies
Installatie
Waarschuwing: Raadpleeg de standaardregelgeving en de
lokale regelgeving volgens EN54-14 voor informatie over
algemene richtlijnen met betrekking tot systeemplanning,
systeemontwerp, installatie, ingebruikname, gebruik en
onderhoud.
Een detector installeren
Waarschuwing: De polariteitsvereisten verschillen per
detector. Zie de afzonderlijke detectorspecificaties voor meer
informatie.
Plaats de detector in de montagevoet en draai de detector
rechtsom tot de detector vastklikt (Afbeelding 1).
Indien gewenst, kan de detector in de montagevoet worden
vergrendeld. U kunt dit doen door het vergrendelingslipje voor
de installatie te verwijderen (Afbeelding 2).
Controleer na de installatie of de detector met het
bedieningspaneel communiceert. Als de detector niet met het
bedieningspaneel communiceert, controleer dan of er geen
dubbele adressen zijn toegewezen.
Test de detectoren na de installatie altijd.
Een vergrendelde detector verwijderen
1. Steek een kleine schroevendraaier in de sleuf van het
vergrendelingslipje (Afbeelding 3).
2. Druk de detector in en draai de detector linksom.
Adres toewijzen
Aan elke detector moet een adres van 1 t/m 128 zijn
toegewezen. Gebruik de met 0 tot 12 gemarkeerde draaiknop
om de tien- en honderdtallen van het adres in te stellen en
gebruik de met 0 tot 9 gemarkeerde draaiknop voor de
overgebleven cijfers. Zie Afbeelding 6 voor informatie over het
instellen van voorbeeldadressen.
Opmerking: Om mechanische problemen als gevolg van
transport en opslag te voorkomen, raden wij aan elke
draaiknop voor het instellen van het vereiste adres eerst
linksom (tot de 0-stand) en vervolgens rechtsom (tot de
maximum stand van de draaiknop) te draaien.
Statusmeldingen
LED-melding
Elke detector bevat 1 of 2 rode LED´s voor alarmmeldingen,
zoals in onderstaande tabel wordt aangeduid.
Detector LED´s Alarmmelding
DP2061N
DP2061T
DP2061
DT2063
2 Constant brandende LED
DP2071
DT2073
1 Constant brandende LED
Display bestaande uit zeven segmenten
Naast de standaard LED-alarmmelding bevatten de DP2071-
en DT2073-detectoren een display die bestaat uit zeven
segmenten en die de volgende statusmeldingen weergeven:
Melding Omschrijving
A Alarm
P Vooralarm
r Onderhoud detector
F Detectorstoring
E Fout (bijvoorbeeld gedupliceerd adres)
O Dompeltest
o Detector uitgeschakeld
Onderhoud
Het basisonderhoud blijft beperkt tot een jaarlijkse inspectie.
Wijzig de interne bekabeling of het circuit niet.
Diagnose- en gevoeligheidstest
Op detectoren met een 7-segment display, is een
diagnostische en gevoeligheidstest mogelijk.
De test kan worden uitgevoerd door een magneet te houden bij
de interne reed schakelaar, gemarkeerd met de tekst TEST op
de detector behuizing. De test resultaten (adres en huidige
www.acornfiresecurity.com
www.acornfiresecurity.com