9
NEDERLANDS
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
begint te knipperen.
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
• Als u de toets loslaat, wordt de
handmatige modus na 5 seconden
automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz ––
MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een
stereo-uitzending luistert op MODE BAND (de
indicator ST licht op wanneer er een stereo-
uitzending wordt ontvangen).
De vermelding “MODE” verschijnt in het
onderste gedeelte van de display en de
cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op MONO terwijl de vermelding “MODE”
nog op de display wordt weergegeven, zodat
de indicator MO op de display oplicht.
Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is
in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen
signaal is beter (de indicator ST op de display
gaat uit).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
schakelt u de indicator MO aan of uit.
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-
zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-
golfband (FM1–3) waarop u FM-
zenders wilt vasteleggen.
1 Druk op SOURCE als u FM
als afspeelbron wilt
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op MODE
BAND en houd deze
ingedrukt om de gewenste
FM-omroepband te
selecteren (FM1, FM2 of
FM3).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de gekozen
golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen
vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m
nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
FM1 FM2 FM3
BAND
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
BAND
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een station dat
op een lagere frequentie
uitzendt.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een station dat op
een hogere frequentie uitzendt.
NL07-10.KD-LX110R[E]f 01.2.6, 10:21 AM9