Nederlands 43
Kleinere storingen kunt u zelf oplossen met
behulp van het volgende overzicht.
Bij twijfel neemt u contact op met de be-
voegde klantenservice.
Gevaar
Bij alle reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden altijd het apparaat uitschake-
len en de stekker uit het stopcontact
trekken.
Reparaties en werkzaamheden aan elektri-
sche componenten mogen alleen door be-
voegde medewerkers van de technische
dienst worden uitgevoerd.
Î Controleren of de aangegeven span-
ning op het typeplaatje overeenkomt
met de spanning van de stroombron.
Î Stroomleiding op beschadiging contro-
leren.
Î Instelling aan de straalpijp controleren.
Î Apparaat ontluchten: Apparaat zonder
aangesloten hogedrukslang inschake-
len en wachten tot water zonder bellen
uit de hogedrukaansluiting komt. Appa-
raat uitschakelen en hogedrukslang op-
nieuw aansluiten.
Î Watertoevoer controleren.
Î fijne filter in de wateraansluiting verwij-
deren met een platte tang en reinigen
onder stromend water.
Oorzaak: Spanningsdaling door zwak
stroomnet of bij gebruik van een verleng-
snoer.
Î Bij het inschakelen eerst de hendel van
het handspuitpistool aantrekken en dan
de apparaatschakelaar op „I/ON“ stel-
len.
Î Hogedruksproeier reinigen: Verontrei-
nigingen met een naald uit het gat van
de sproeier verwijderen en met water
naar voren toe uitspoelen.
Î Watertoevoervolume controleren.
Î Een geringe ondichtheid van het appa-
raat is technisch bepaald. Als de pomp
echter erg lekt, moet contact worden
opgenomen met de bevoegde klanten-
service.
Î Straalpijp met drukregeling (Vario Po-
wer) gebruiken.
Straalpijp in stand „Mix“ draaien.
Î Instelling aan de doseerregeling voor
reinigingsmiddel controleren.
Î Filter aan de reinigingsmiddel-zuigs-
lang reinigen.
Î Zuigslang voor reinigingsmiddel contro-
leren op knikplaatsen.
Hulp bij storingen
Apparaat draait niet
Apparaat komt niet op druk
Apparaat start niet, motor bromt
Sterke drukschommelingen
Apparaat ondicht
Reinigingsmiddel wordt niet
aangezogen