HET SYSTEEM
VAN
STROOM VOORZIEN
Nadat
de
Besturingskaart in h et
expansion
chassis
gestoken
is en
de
Aandrijvingssystemen ermee
verbonden
zijn, steekts u
de
Elekstrici-
teitssnoeren
mel
h
un
stekkers
in
de
220
V-Stopcontacten
zet vervol-
gens
de
Stroomschakelaars
op
de
achterkant
van
uw
afzonder1ijke
Diskette-Aandrijvingssystemen (indien gebruikt) aan en zet dan
de
schakelaar aan
de
voorkant van h et
expansion
chassis
aan. N.B. Wan-
neer u het expansion
chassis
inschakelt
word!
het vaste Diskette-
Aandrijvingssysteem
automatisch
ingeschakeld.
WAARSCHUWING
Steecls
wanneer
u
met
uw
Computer/Diskettesysteem
werkt
volgi
u
de
onderstaande
inschakelprocedure:
1.
Schakel
de
afzonderlijke
Disketteaandrijvingssystemen
in.
2.
Schakel
het
expansion
chassis
in.
3.
Schakel
de
monitor
en
tenslotte
de
Computerconsole
in.
O m
de
Computer
de
juisteGeheugenallocatie
te laten verrichten moet
h et expansion
chassis
ingeschakeld
zijn
wanneer
de
Computer
inge-
schakeld word!. Verzuimt u
ditte
doen
dan
zullen
de
Aandrijvingssy-
stemen
de
Besturingskaart e n
de
disk
manager
opdrachtmodule
n i et
goed functioneren,
de
Computer
moet
dan
uit-
en vervolgens weer
aangezet worden om
de
normale werking te herstellen.
Wanneeru
de
console
inschakelt
kunnen
de
Verklikker1ampjes van
de
Diskette-Aandrijvingssystemen kort aangaan e n vervolgens weer
uit-
gaan. Wanneer
de
lampjes blijven
branden
heeft u
de
kabel van h et
Diskette-Aandrijvingssysteem waarschijnlijk
omgekeerd
ingeplugd.
Schakel alle
units uit, te
beginnen
m et
de'Computerconsole.
E n
Con-
troleerof
de
Kabelverbindingen van h et Diskete-Aandrijvingssysteem
corree! zijn.
IN
GEVAL
VAN
MOEILIJKHEDEN
Als
het schijvensysteem niet
goed
lijkt te
werken
controleer
dan h et
volgende:
1.
Stroomvoorziening
- Ben er zeker van
dal
alle apparaten zijn
aangesloten. Schakel
dan
de
stroom in naar
de
eenheden in
de
juiste volgorde:
schijl
drives en
controller
eerst en dan bedie-
ningspaneet en monitor.
2.
Aansluitill4,il
separatie
-
Controleer
voor
juist in lijn staan van
bedieningspaneet en
controller
(zij
moeten
evenwijdig staan) n i et
van toepassing bij
gebruik
Peripheral Expansie Systeem.
3.
Snoer-
Controleer of
de
juiste snoeren zijn gebruikt. Controleer
de
snoeren
op
losse
ol
gebroken
draden. Controleer of
de
snoeren juist zijn aangesloten,
juiste
kant omhoog.
4.
Software
- Overtuig u ervan
dal
alle
commando's
en opgaven
worden
gebruikt
zoals
beschreven
in
deze
handleiding. Als het
schijven system juist
werkt
mel
de
Disk
Manager
Command
Module
maar niet
mel
een
programma
dan
ligi
h
el
probleem waar-
schijnlijk bij
het
programma.
Controleer
vooral het
gebruik
van
OPEN,
INPUT
en
PRINT.
5.
Diagnostische
t-ts-
Controleer
ol
diskette,
controllar
en schijf
drives juist werken
door
h et uitvoeren van
de
diagnostische
tests.
6.
Homecomputer
-
Controleer
ol
de
homecomputer
goed
werkt
mel alle accessoires afgesloten.
7 Als geen van
bovenstaande
procedures
de
moeilijkheid
opheft
raadpleeg dan
ft~ls
u vragen
hebt
ol
hulp
nodlg
heeft•
ol
kijk in
•Service lnformatie- van
hel
Gebnrikers
Hendboek
28
INDICATOREN
VAN
FALEN DISKETTE
~PHP
1250
PHP
1850
Diskettes
kunnen
informatie ver1iezen
door
een kras op
hun
opper-
vlak. De ver1oren informatie
hangt
al van
de
vorm van
de
kras. Een
ronde kras,
vennoedelijk
veroorzaak
door
iets
dal
schuurt
in
de
diskette
door
de
magnetische
kop, kan een geheel
spoor
vemielen e n
ver1iest
gewoonlijk
de
gegevens van een dossier.
Een
rechle
kras, zoals een gemaakt
door
een
potlood
or
vingernagel
die
langs h et open gedeelte van
de
diskette
gaat kan alle inrormatie
vernietigen in een
aantal sectoren. Dii veroorzaakt
gewoonlijk
dal
in-
formatie ver1oren gaat van
de
meeste
dossiers
op
de
diskette. Als
de
kras gaat
door
sectorO
or
1 gaat
de
gehele
inhoud
va n
de
diskette ver-
loren, aangezien di e sectoren
de
catalogus
bevatten waar
de
compu-
ter
de
dossiers kan vinden.
Krassen
die
te klein zijn om
mel
blote
oog
waargenomen te worden
kunnen oorzaak zijn van ver1oren informatie.
lnfonnatie kan
ook
verloren gaan
door
de
diskettes
bloot
te stelle n aan
magnetische
velden
or
grote warmte o l
koude
ol
doorze
te buigen o l te
stole
n.
ZORG VOOR DISKETTES
1.
Houdt
de
diskette vasi bij
de
beschennende
buitenkant. Raak
geen
enkel deel van het oppervlak van
de
diskette aan; vinger
afdrukken
zullen
de
inhoud
van
de
diskette
vernielen.
2.
Zorg ervoor
de
diskette niet te verbuigen.
3. Schrijf niet op
de
buitenkant van
de
diskette
mel
een bali point
or
potlood;
gebruik
alleen een viltstift.
4.
Maak geen krassen
op
het oppervlak van
de
diskette. Elke kras,
zelfs
als hij zo klein is
dal
me n hem n i et kan zie
n,
kan alle inrormatie
in een
aantal sektoren vernielen. Dii veroorzaakt
gewoonlijk
dal
infonnatie uit
de
meeste archieven
op
de
diskette
ver1oren gaat.
5.
Stel
de
diskettes niet
bloot
aan
magnetische
velden of grote
wannte of koude.
6. Plaats geen enkel soort tape (maskeer tape
or
wat d an ook) op h et
oppervlak van
de
diskette.
7. Verwijder een diskette niet uit een aandrijving als h et
licht
van
de
aandrijving brandi.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
