88
Snoerloze graasmaaier NL
Indicator batterijniveau op de machine
Zie details in het gedeelte
BATTERIJSTATUS
BELANGRIJK
Als er maar één lampje brandt, kunt
u de maaier toch gebruiken om op
te laden. Als u de maaier gebruikt
wanneer de batterij leeg is, kan
de levensduur verkorten en de
prestaties verminderen.
Als er geen lampjes branden, is ten
minste één batterij niet volledig
geplaatst of is de batterij mogelijk
defect. Controleer zorgvuldig of de
batterij volledig is geplaatst.
Zie Fig. F
Starten & Stoppen Zie Fig. G1, G2
Pas de maaihoogte aan Zie Fig. H
Indicator graszak vol
Lege staat: drijvende kleppen (a)
olledige staat: vallen flappen (b)
Zie Fig. I1
Verwijder / leeg gras opvangzak
WAARSCHUWING! Controleer
voor gebruik of de veiligheidsdeur de
afvoer sluit. Gebruik de beschermkap
nooit wanneer u een maaier gebruikt
waarop geen strozak is geïnstalleerd.
Zie Fig. I2
Installeer de overlay-plug Zie Fig. J
Opslagruimte
Waarschuwing: Verwijder de
batterij en veiligheidssleutel
tijdens opslag.
Zie Fig. K1, K2
BATTERIJ STATUS (Zie Fig. F)
Druk vóórdat u start of na gebruik de knop in naast
het vermogensindicatielampje op de machine om
de accucapaciteit te controleren. De accucapaciteit
zal automatisch door de accuvermogensindicator
worden aangegeven.
De indicator controleert en toont de accutoestand
als volgt.
Voor een machine met 2 accupacks met verschillend
vermogen toont het vermogensindicatielampje de
accutoestand van de accu die het minste vermogen
bevat.
Indicatie voor de
status van het
accuvermogen
Accustatus
Vijf groene lampjes
( )branden.
De twee accu's zijn geheel
opgeladen.
Twee, drie of vier groen
lampjes branden.
De twee accu's hebben
restvermogen. Hoe meer
lampjes oplichten, hoe
meer accuvermogen.
Er brandt maar één groen
lampje( )
Minstens één accu is
leeg en moet worden
opgeladen.
Er brandt geen enkel
lampje.
Minstens één accu is niet
geheel geïnstalleerd of de
accu is defect.
Er brandt maar één
lampje tweemaal per
cyclus.
Tenminste één accu is te
ver ontladen (raadpleeg
de oplaadstatus van
de accu). Laad de twee
accu's tegelijk op voordat
u ze opnieuw gebruikt of
opslaat.
Er brandt maar één
lampje driemaal per
cyclus.
Minstens één accu is
heet. Wacht totdat hij
is afgekoeld, voordat u
opnieuw opstart.
Er brandt maar één
lampje viermaal per
cyclus.
Het apparaat is
overbelast. Vergroot
de maaihoogte of duw
langzamer.
MAAITIPS
OPMERKING: INSPECTEER DE OPPERVLAKTE
WAAR DE MAAIER GEBRUIKT MOET WORDEN EN
VERWIJDER ALLE STENEN, STOKKEN, DRAAD,
BOTTEN EN ANDER AFVAL DAT DOOR HET
DRAAIENDE MES WEGGEWORPEN ZOU KUNNEN
WORDEN.
1. Maai evenwijdig aan hellingen, niet op en neer.
Wees zeer zorgvuldig als u op een helling van
richting verandert. Maai geen steile hellingen.
Zorg ervoor dat uw voeten stevig staan.
2. Wanneer u door grind gaat, laat u de handgreep
van de leuning los om de maaier te “UIT” (het
mes kan met stenen gooien).
3. Zet de maaier op de hoogste snijhoogte als u
maait door ruwe grond of hoog onkruid. Zou u
te veel gras tegelijk verwijderen, dan kan dat
resulteren in het doorslaan van een zekering,
waardoor de maaier stopt.
4. Gebruikt u een graszak in het seizoen waarin het
gras snel groeit, dan kan het gras zich ophopen
in de uitwerpopening. Draai de giekhendel los om