nl
104
Let op de kamertemperatuur en de ventilatie
Kamertemperatuur
De klimaatklasse staat op het typeplaatje. Deze geeft
aanbinnenwelkekamertemperaturen het apparaat
mag worden gebruikt. Het typeplaatje bevindt zich
rechts in de koelruimte.
Klimaatklasse Toegestane kamertemperatuur
SN
+10 °C tot 32 °C
N
+16 °C tot 32 °C
ST
+16 °C tot 38 °C
T
+16 °C tot 43 °C
Aanwijzing:
Het apparaat is binnen de kamertemperatuur
begrenzingen van de vermelde klimaatklasse volledig
functioneel. Wanneer een apparaat met klimaatklasse
SN bij koudere kamertemperaturen wordt gebruikt,
dan kan schade aan het apparaat tot een temperatuur
van+5°Cwordenuitgesloten.
Ventilatie
Dek de ventilatie- en ontluchtingsopeningen aan de
achterzijde van het apparaat niet af. Hinder de afvoer
van de opgewarmde lucht niet. Anders moet het
koelaggregaat harder werken. Dat verhoogt het
stroomverbruik.
Afstandshouder monteren
Verwijder de beide schroeven met een schroeven
draaier. Neem de afstandshouder uit de zak. Bevestig
de afstandshouder op de achterzijde van het apparaat
metbehulpvandeschroeven.Zowordteenminimale
afstand tussen het apparaat en de wand gewaarborgd.
Opstellingsmaten
908
1787
387
763
908
1730
629
708
515
min. 53
max. 62
Deuropeningshoek
277
418
908
28
135°
130°
1603
763
708
629
(B)
a
b
90°
90°
135°
130°
(A) (A)
(B)
a b
600
A: Apparaatdiepte
B: Wand
Wanneer de deur 90° is geopend,
dan kunt u de laden er uit trekken.
Wanneer de deur volledig is geopend,
dan kunt u de laden er uit halen.
650
700
50
50
53
75
418
50
50
96
A
B