112 NL/BE
3. Meet de volgende afstand. De nieuw geme-
ten afstand wordt in de bovenste regel van
het display getoond.
4. Druk opnieuw op de + / =-knop. De nieuwe
meetwaarde wordt bij de oude meetwaarde
in de onderste regel opgeteld.
5. Herhaal de stappen 3 tot 4 om verdere meet-
waarden bij elkaar op te tellen.
6. Druk op de MODE-knop
4
om de optel-
modus te verlaten. Alle gemeten waarden
worden gewist.
Meten van oppervlakten
1. Schuif de functieschakelaar
9
op de positie
„DISTANCE“. Het display
2
gaat aan.
2. Druk nog een keer op de MODE-knop
4
.
Op het display knippert de weergave „L“
(lengte).
3. Druk op de READ-knop
6
om de lengte te
meten. In de bovenste regel van het display
verschijnt de gemeten lengte en de weergave
„W“ (breedte) begint te knipperen.
4. Druk op de READ-knop om de breedte te
meten. In de bovenste regel van het display
verschijnt de gemeten breedte. In de onderste
regel verschijnt het resultaat voor de opper-
vlakteberekening.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
