NL - 11
2. Positioneer de zijctor (afb.
6.A) ter hoogte van de houders (afb. 6.C) van de
snijgroep, en gebrui
einde (afb. 6.B.2) van de veer (afb.
6.B) te draaien zodat deze aan de buitenzijde
van de zijdelingsrdt gesteld.
3. e pin (afb. 6.D) in de gaten van de
houders (afb. 6.C) en van de zijdelingse
de veer (afb. 6.B) tot het open uiteinde ervan
4. tift (afb. 6.E) in de opening
(afb.6.D.1) van de pin (afb. 6.D) en verdraai de
ee uiteinden (afb. 6.E.1) van
de stift (ang), geplooid
n, zodat de stift ni
afb. 6.D).
WAARSCHUWING
houdt in de lage stand, en zorg ervoor dat de pin
LET OP
OPMERKING
5.6
VERSTERKINGEN VAN DE
5.7 MONTAGE EN VERVOLLEDIGING
VAN DE ACHTERPLAAT
1.
(afb. 10.A) en (afb. 10.B), respecteer
2.
3. Monteer het onderste deel (afb. 10.E)
van de achterplaat en bevestig ze op
4. Vervolledig de bevestiging van het onderste
deel (afb. 10.E) van de achterplaat door de
(afb. 10.H) en de vier bovenste schroeven
5.
6. Plaats de hendel (afb. 10.J) van de signalering
7.
(afb. 10.L) e (afb. 10.M), respecteer de
5.8 MONTAGE VAN DE OPVANGZAK
1.
OPMERKING
de opening (afb. 13.U) of de sluiting (afb. 13.V)
2.