0478 111 9935 B - NL
82
7.1 Algemeen
● Zet het apparaat voor alle beschreven
werkzaamheden op een vlakke en
stevige ondergrond.
7.2 Duwstang monteren (RM 4 R,
RM 4 RT, RM 4 RV)
● Beschermhulzen (E) met de
lange zijde naar binnen op bovenstuk
duwstang (1) schuiven.
● Bovenstuk duwstang (1) tegen
onderstuk duwstang (2) houden en
bouten (C) van binnen naar buiten door
de boringen (3) steken.
● Snelspanners (D) op de bouten (C) erin
draaien (er moet nog ongeveer een
schroefdraadslag van de bouten
uitsteken) en omhoog klappen.
● Controleren op juiste montage:
De snelspanners (D) moeten zo strak
vastgedraaid zijn dat ze vlak tegen de
duwstang liggen en dat het bovenstuk
duwstang stevig aan het onderstuk
duwstang zit.
Als de duwstang niet stevig
gemonteerd is of de snelspanners niet
goed zitten, de snelspanners open
klappen en door eruit en erin draaien
goed instellen.
7.3 Duwstang monteren
(RM 4 RTP)
● Beschermhulzen (I) met de lange
zijde naar binnen op bovenstuk
duwstang (1) schuiven.
● Bovenstuk duwstang (1) tegen
onderstuk duwstang (2) houden,
bouten (F) van buiten naar binnen door
de boringen (3) steken. Borgringen (G)
en borgmoeren (H) aanbrengen en
aandraaien.
Aandraaimoment:
22 - 28 Nm
● Controleren op juiste montage:
het bovenstuk duwstang moet stevig
aan het onderstuk duwstang zitten.
7.4 Kabelclips monteren
● Kabelclips (B) zoals hieronder
beschreven op bovenstuk
duwstang drukken. Kabels zoals
afgebeeld in kabelclip (B) leggen, lip (4)
sluiten en laten vastklikken.
● RM 4 R:
Kabel motorstop (1) met kabelclip (B)
aan het bovenstuk duwstang links
bevestigen.
● RM 4 RT:
Kabel motorstop (1) met kabelclip (B)
aan het bovenstuk duwstang links
bevestigen.
Kabel wielaandrijving (2) met kabelclip
(B) aan het bovenstuk duwstang rechts
bevestigen.
● RM 4 RV:
Kabel motorstop (1) met kabelclip (B)
aan het bovenstuk duwstang links
bevestigen.
Kabel wielaandrijving (2) en kabel
vario-aandrijving (3) met kabelclip (B)
aan het bovenstuk duwstang rechts
bevestigen.
● RM 4 RTP:
Kabel motorstop (1) en kabel
wielaandrijving (2) met kabelclip (B)
aan het bovenstuk duwstang rechts
bevestigen.
Kabel motorstop (1) met kabelclip (B) in
het midden van de achterste handgreep
bevestigen.
Afstand A tussen onderkant rand/paneel
en kabelclip aanhouden.
RM 4 R, RM 4 RT, RM 4 RV:
A = 42 - 44 cm
RM 4 RTP:
A = 37 - 39 cm
− Gebruiksaanwijzing 1
− Gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor
1
RM 4 R, RM 4 RT, RM 4 RV:
B Kabelclip 2
C Platkopbouten 2
D Snelspanners 2
E Beschermhulzen 2
RM 4 RTP:
B Kabelclip 2
F Platkopbouten 2
G Borgringen 2
H Borgmoeren 2
I Beschermhulzen 2
7. Apparaat klaarmaken voor
gebruik
Kans op letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ´Voor uw veiligheid´ in
acht. (Ö 4.)
Pos. Omschrijving Aant.
3
4
5