NL 10
1 Kies een ovenfunctie.
2 Stel met de + en –toets de gewenste oventemperatuur in.
Bij braden is voorverwarmen aan te bevelen.
3 Steek de punt van de naald in het midden van het vlees.
De punt mag geen bot raken.
4 Schuif het vlees in de oven.
5 Steek de stekker van de sensor in het contact in de
rechter zijwand van de oven.
55 verschijnt als standaard kerntemperatuur.
Wanneer CU in het display verschijnt is een niet
geschikte ovenfunctie ingesteld.
6 Stel met de + en –toets de gewenste kerntemperatuur in
(zie bak- en braadtips op pagina 19).
De kerntemperatuur is regelbaar in stappen van 1 °C.
7 Druk op start.
In het display verschijnen de gemeten kerntemperatuur
en de verstreken tijd.
De oven geeft een signaal en schakelt uit zodra de ingestelde
kerntemperatuur bereikt is. Door het openen van de deur
stopt u het signaal. U kunt het ook stoppen met de stoptoets
of de timertoetsen.
Met de temperatuur-keuzetoets
°C
kunt u het te wijzigen
display kiezen. Het display dat knippert kunt u aanpassen.
De aansluiting voor de culisensor is afgedekt met een rubber
stop die eerst verwijderd moet worden. Als u de culisensor
niet gebruikt, sluit dan de aansluiting weer af met de rubber
plug. (i.v.m. vervuiling)
U kunt de culisensor
gebruiken bij de
functies
Turbo, Infra en
Infra met ventilator
standaard
kerntemperatuur
bediening
extra functies
8909 BD Massief 90 oven electronisch 07-06-99
culisensor
Bij het braden van
groot vlees is de
culisensor een handig
hulpmiddel. U bent er
dan altijd zeker van
dat het vlees de door
u gewenste gaarheid
heeft bereikt.
AEP_082368400_OX9011T 01-12-2005 14:47 Pagina NL 10