91
NEDERLANDS
OPMERKING: Voor optimale resultaten, laat het zaagblad
uitsteken uit het werkstuk met ongeveer
3 mm (Afb.D).
Draadloze bediening van het gereedschap
(Afb. A)
(Leverbaar op sommige units)
VOORZICHTIG: Lees alle veiligheidswaarschuwingen,
instructies en specificaties van het apparaat dat met dit
gereedschap wordtgekoppeld.
Dit gereedschap is voorzien van een zender voor Draadloze
Bediening van het gereedschap, waarmee de machine
draadloos kan worden gekoppeld met een ander toestel voor
Draadloze bediening van gereedschap, zoals een systeem voor
stofafzuiging.
U kunt het gereedschap koppelen met behulp van Draadloze
bediening door de Aan/uit-schakelaar
2
op de machine en
de knop voor de koppeling van Draadloze bediening op het
andere toestel in te drukken en ingedrukt te houden. Een LED
op het andere toestel geeft aan wanneer het koppelen van het
gereedschap isgelukt.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letselveroorzaken.
Juiste positie van de handen (Afb.E)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotselingreactie.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand
op de voorste handgreep
11
, en de andere op de
hoofdhandgreep
3
.
Aan- en uitzetten (Afb.A)
Druk op de aan-/uitschakelaar
2
om de inval-cirkelzaag aan
teschakelen.
Het gereedschap leiden (Afb.A,E,F)
WAARSCHUWING!
• ALTIJD het werkstuk bevestigen op zo’n manier dat
het niet kan bewegen tijdens hetzagen.
• ALTIJD de machine voorwaarts duwen NOOIT de
machine achterwaarts naar u toetrekken.
• ALTIJD de inval-cirkelzaag gebruiken met beide
handen. Plaats één hand op de hoofdhendel
3
en
de tweede hand op de hendel vooraan
11
zoals
afgebeeld in FiguurE.
• ALTIJD de klem gebruiken om de rail vast te houden
op het werkstukzoals.
• Zet uw handen in de juiste positie zodat u de zaag goed
kuntleiden.
• De snij-indicator
27
toont de snijlijn voor sneden van 0° en
47° (zonder geleidingsrail).
• De indicator van de bladstand
29
toont de bladstand voor
volledigverstek.
• Voor optimale resultaten, klem het werkstuk vast met de
onderkant naarboven.
Snijden
1. Plaats de machine met het voorste gedeelte van de
zaagschoen
4
op hetwerkstuk.
2. Duw de schakelaar voor het invalzagen
1
naar voren, en zet
vervolgens de zaag aan door op de Aan/Uit-schakelaar
2
tedrukken.
3. Druk de zaag omlaag en stel de zaagdiepte in en duw
vervolgens naar voren in dezaagrichting.
Versteksneden
WAARSCHUWING: Om terugslag te vermijden,
MOETEN de volgende instructies nageleefd worden bij
hetverstekzagen:
• Plaats de machine op de geleidingsrail en los
de anti-terugslagknop
18
door het te draaien
integenwijzerzin.
• Schakel de machine aan en druk voorzichtig de
zaag omlaag op de ingestelde snijdiepte en druk
voorwaarts in de snijrichting. De snij-indicatoren
27
tonen de absolute voorste en achterste snijpunten van
het zaagblad (dia. 165 mm) op maximale snijdiepte
en met degeleidingsrail.
• Indien er een terugslag plaatshad tijdens het
verstekzagen, draai dan de anti-terugslagknop
18
tegen de klok in om deze vrij te maken van derail.
• Als u het verstekzagen beëindigd hebt, draai dan
de anti-terugslagknop
18
met de klok mee in
desluitstand.
Geleiderailsysteem (Afb.A,E)
De geleidingsrails
28
, die verkrijgbaar zijn in verschillende
lengtes, maken precieze, propere sneden mogelijk en
beschermen tegelijkertijd het oppervlak van het werkstuk
tegenschade.