Koelkast aansluiten RML9330 – RML9435
108
7 Koelkast aansluiten
7.1 Op de gastoevoer aansluiten
A
I
De koelkast moet door een afsluitinrichting in de gasleiding afzonderlijk
kunnen worden afgesloten. De afsluitinrichting moet goed toegankelijk zijn.
➤ Verbind de koelkast vast en spanningsvrij met de gastoevoer (afb. t,
pagina 9).
Voor Europa geldt: Gebruik een snijringkoppeling conform EN 1949.
Een slangaansluiting is niet toegestaan.
➤ Laat na de vakkundige installatie een dichtheidscontrole en een vlamtest
conform EN 1949 door een geautoriseerde vakman uitvoeren.
Laat een protocol van deze controle maken.
LET OP!
De koelkast mag alleen door een vakman volgens de
geldende voorschriften en normen op de gasvoorziening
worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend propaan- of butaangasflessen (geen
aardgas of stadsgas) met gekeurd drukreduceerventiel en
passend kopstuk. Vergelijk de druk op het typeplaatje met de
druk op de drukregelaar van de propaan- of butaangasfles.
De koelkast mag uitsluitend met de op het typeplaatje
aangegeven druk worden gebruikt.
Neem a.u.b. de in uw land toegestane drukwaarden in acht.
Gebruik een vast ingestelde DIN-DVGW-erkende druk-
regelaar:
– Voor Duitsland geldt: DIN EN 12864
– Voor Europa geldt: EN 732 en EN 1949
INSTRUCTIE
De koelkast is voor een aansluitdruk van 30 mbar uitgerust.
Gebruik bij een aansluiting op een 50-mbar-inrichting een
voordrukregelaar van 50/30 mbar.