DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN
Starten van de machine
1. Bereid de machine voor zoals werd beschreven in het vorige deel.
2. Steek de bedienerssleutel (41) om de machine in te schakelen of, als de sleutel zich al in zijn zitting bevindt; druk op de knop
(42).
3. Tijdens de eerste 2 seconden na inschakeling, toont het multifunctionele display (51) de werkuren van de machine (51-A) en
het gemonteerde accutype (51-B).
OPMERKING
Controleer de laadtoestand van de accu’s.
Wanneer op het multifunctionele display minstens een niet-knipperend segment van het accusymbool (51-C) brandt, is
de machine klaar voor gebruik.
Wanneer slechts één knipperend segment van het accusymbool (51-C) blijft branden, is het raadzaam de accu’s op te
laden (zie procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
4. Ga op de werkplek zitten, start de machine met de handen op het stuur (1) en druk op het gaspedaal (2).
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het gaspedaal (2).
5. De rijfunctie vooruit/achteruit wordt geselecteerd met de hendel (49) rechts van het stuurwiel.
OPMERKING
De stoel (12) is uitgerust met een veiligheidssensor waardoor de machine alleen via het pedaal (2) kan worden verplaatst
als de bediener op de bestuurdersstoel zit.
OPMERKING
Op de machine is een antislipsysteem [pictogram op display (51-J)] voorzien, dat de snelheid waar nodig tijdens het
sturen en bij zijdelings kantelen van de machine begrenst, onafhankelijk van de druk die wordt uitgeoefend op het
pedaal.
Deze snelheidsbeperking is geen storing, maar een eigenschap die de stabiliteit en veiligheid van de machine onder alle
omstandigheden verhoogt.
De machine stoppen
6. Stop de voorwaartse beweging van de machine door het gaspedaal (2) los te laten. De machine hoeft niet te worden
geblokkeerd als hij stilstaat of is geparkeerd omdat de elektromagnetische rem op de wielen automatisch de machine op de
rem zet als het gaspedaal niet is geactiveerd.
7. Schakel de machine uit door de bedienerssleutel (41) te verwijderen of op de knop (42) te drukken.
OPMERKING
Als de machine ingeschakeld is maar stil staat, wordt zij automatisch na 2 minuten uitgeschakeld.
WAARSCHUWING!
Als u in geval van nood de machine onmiddellijk in welke functie ook moet stoppen, druk op de knop (5).
Herstel de werking van de machine door de stekker (6) weer aan te sluiten.
MACHINE IN GEBRUIK (WASSEN/DROGEN)
1. Start de machine zoals werd beschreven in het vorige deel.
2. Druk op de knop One-Touch™ (43) om het schrobdek met borstelhouder (7) en de trekker (13) omlaag te brengen en het
wassen en drogen te starten.
3. Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen, manoeuvreert u met beide handen op het stuur (1) en drukt u op het
gaspedaal (2) om de machine te verplaatsen.
4. Activeer indien nodig de stille aanzuigfunctie met de knop (44) om het geluid tot een minimum terug te brengen.
OPMERKING
Op de machine is een beveiligingssysteem aanwezig dat ervoor zorgt dat de borstel en het aanzuigsysteem alleen
kunnen werken als de machine rijdt.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
