NL
NOTE:
Als een van de lijnen beschadigd is, gebruik
dan speciale kabel om deze te vervangen.
1. Controleer de voedingsspanning en begin
aan de hand van het aansluitschema de
aansluiting aan te leggen.
2. U dient speciale kabels te gebruiken.
In vaste installaties moeten voor de
beveiliging thermomagnetische en
differentieelschakelaars opgenomen
worden.
3. De aardaansluiting moet op de juiste
wijze aangesloten worden.
4. Gebruik bij voorkeur klemmen of
installatiedraad voor de aansluitingen.
5. De complete elektrische installatie
dient uitgevoerd te worden zoals in het
schakelschema aangegeven is, omdat
anders het toestel beschadigd kan
worden.
6. Houd de elektrische kabel zo ver mogelijk
van de leidingen en bewegende delen,
zoals de compressor of de ventilator,
verwijderd.
7. Het is niet toegestaan wijzigingen in
het schakelschema aan te brengen. De
fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid
af voor de eventuele gevolgen van
dergelijke aanpassingen.
Voedingsspanning
Eenfasestroom
1. Verwijder het deksel van de buitenunit.
2. Stoot de uitgang voor de kabels uit de
plaat en breng de beschermring aan.
3. Voer de kabels door de beschermring.
4. Sluit de kabels op de klemmen “L”, “N”
en op de aardeschroeven aan.
5. Zet de kabels met kabelklemmen vast.
Draaistroom
1. Verwijder het deksel van de buitenunit.
2. Stoot de uitgang voor de kabels uit de
plaat en breng de beschermring aan.
3. Voer de kabels door de beschermring.
4. Sluit de kabels op de klemmen “L1”, “L2”,
“L3” “N” en op de aardeschroeven aan.
5. Zet de kabels met kabelklemmen vast.
Aansluiting van de
schakelkabels en de
bedieningseenheid op de
wand
1. Verwijder het deksel van de elektrische
doos van de binnenunit.
2. Voer de kabels door de beschermring.
3. Steek de signaalkabels van de
bedieningseenheid op de wand in
de steker van de printplaat van de
binnenunit.
4. Zet de kabels met kabelklemmen vast.
NOTE:
Als u de kabels aansluit zoals in de
schema’s aangegeven is, probeer dan
zoveel mogelijk elektromagnetische
storingen te vermijden.
1. De schakelkabels moeten gescheiden
zijn van de krachtkabels.
2. Als het toestel op een plek geïnstalleerd
wordt waar het aan elektromagnetische
invloeden onderhevig is, dan is
het raadzaam getwiste draden met
buitenmantel te gebruiken.