6 – Nederlands
NL
WERKING MET PERSONALISATIEMODULE
AANSLUITING PERSONALISATIEMODULE [PEEP]
Als de laadbrug functioneert met een van de
hieronder beschreven opties, moet
op het contact Y8 een personalisatiemodule [PEEP]
worden aangesloten.
Aansluiting wielblokkering - [optie 1 (o1)] - afb. 12
Als u in de personalisatiemodule PEEP voor de optie (o1) kiest, moet
u na het aandocken van de vrachtwagen de blokkering onder het
achterwiel plaatsen. Het RODE licht gaat branden zodra de blok-
kering is aangebracht, als u de optie extern stoplicht (o4) benut.
Vervolgens kunt u het systeem van de laadbrug (shelter, poort, laad-
brug) aansturen.
De klemmen Y5/8 (J20 +) en Y5/10 (J20 S) genereren een weer-
stand van 8,2 kOhm als u een microschakelaar (maakcontact) ge-
bruikt. Sluit de microschakelaar (maakcontact) aan op de klemmen
Y5/9 (J20 -) en Y5/10 (J20 S).
Sluit de bruine draad van de sensor (+) aan op de klem Y5/8 (J20 +),
de blauwe draad (-) op de klem Y5/9 (J20 -) en de zwarte draad (S)
op de klem Y5/10 (J20 S) als u een elektronische sensor gebruikt.
Aansluiting voertuigdetectie - [optie 2 (o2)] - afb. 13
Sluit het rustcontact aan op de klem Y5/5 (J22 +), het maakcontact
op de klem Y5/6 (J22 -) en het normale contact (COM) op de klem
Y5/7 (J22 S) als u een voertuigdetectie met microschakelaar (wis-
selcontact) gebruikt.
De klemmen Y5/5 (J22 +) en Y5/7 (J22 S) genereren een weerstand
van 8,2 kOhm als u een microschakelaar (maakcontact) gebruikt.
Sluit de microschakelaar (maakcontact) aan op de klemmen Y5/6
(J22 -) en Y5/7 (J22 S).
Sluit de bruine draad van de sensor (+) aan op de klem Y5/5 (J22
+), de blauwe draad (-) op de klem Y5/6 (J22 -) en de zwarte draad
(S) op de klem Y5/7 (J22 S) als u een elektronische sensor gebruikt.
Als u de optie 2 op 1 hebt ingesteld, verschnt na de optie 9 op het
display Fd (alternatieve voertuigdetectie). 0 = standaard, 1 = rust-
stand, 2 = voertuigdetectie activeert shelter!
Let op!
Zodra de personalisatiemodule eenmaal
op een installatie is geactiveerd, kan ze
niet meer op een andere installatie wor-
den gebruikt!
Aansluiting gedwongen beweging omlaag
(veiligheidsbarrière/speciale software) - [optie 3 (o3)] - afb. 14
Sluit het rustcontact aan op de klem Y6/1 (J21 +), het maakcontact
op de klem Y6/2 (J21 -) en het normale contact (COM) op de klem
Y6/3 (J21 S) als u een veiligheidsbarrière met microschakelaar (wis-
selcontact) gebruikt.
De klemmen Y6/1 (J21 +) en Y6/3 (J21 S) genereren een weerstand
van 8,2 kOhm als u een microschakelaar (maakcontact) gebruikt.
Sluit de microschakelaar (maakcontact) aan op de klemmen Y6/2
13
Y5
J22J19
J28
J20
8 9 107
6
5
43
21
Voertuigdetectie
(maakcontact)
+ - SS-
+
8,2 kOhm
Y5
J22J19
J28
J20
8 9 107
6
5
43
21
Voertuig-
detectie
(sensor)
S-
+
Aansluiting - voertuigdetectie
1 seconde; u kunt dus een td tussen 3 seconden (minimum) en 12
seconden (maximum) instellen.
Om de gekozen td Lc te bevestigen en op te slaan, drukt u op de
knop
R
AUTORETURN.
Op het display verschnt nu Ar0.
Ar kan de waarde 0 of 1 aannemen. Dat betekent respectievelk dat
er geen of juist wel een knop
R
AUTORETURN op de besturings-
eenheid aanwezig is. We raden aan om de standaard ingestelde
waarde niet te wzigen.
Op het display verschnt nu Pc0.
Pc is een parameter die zich op twee manieren kan gedragen, af-
hankelk van het gebruikte laadbrugtype.
Laadbruggen met uitklapbare laadklep [P11 / P12 / P13]: Pc neemt
een waarde van 0 tot 9 aan en geeft de gevoeligheid van de stroom-
meting weer voor de detectie van de stand van de laadklep b ope-
ning. Deze parameter wordt gebruikt om tdens de technische ser-
vice eventuele onregelmatigheden te zoeken; we raden aan om de
standaard ingestelde waarde niet te wzigen.
Laadbruggen met uitschuifbare laadklep [P21 / P23 / P25 / P31 /
P32 / P33]: Pc beïnvloedt het gedrag van de laadbrug en van de
laadklep in zwevende positie 00A.
Pc0 De laadklep is geblokkeerd aangezien de knoppen
(Laad-
klep uitschuiven) en
(Laadklep inschuiven) gedeactiveerd zn.
Om de laadklep te kunnen bewegen, moet u eerst de laadbrug om-
hoog laten komen met de knop
(Laadbrug OMHOOG).
Pc1 De laadklep kan altd in- en uitgeschoven worden, het is niet
nodig om eerst de laadbrug omhoog te laten komen. De eventuele
beweging wordt gestart met de knop
(Laadklep inschuiven).
Pc2-Pc9 De laadklep kan altd in- en uitgeschoven worden, maar
pas nadat de laadbrug automatisch (2...9) x 100 ms = 200 ms...900
ms omhoog is gekomen. De eventuele beweging wordt gestart met
de knop
(Laadklep inschuiven).
Op het display verschnt nu Bu2.
Bu geeft de knoppenconguratie van de besturingseenheid weer en
kan de volgende waarden aannemen:
2 - conguratie met één enkele knop
3 - standaardconguratie
4 - gedwongen beweging omlaag b systemen met één klep (zie
paragraaf Aansluiting gedwongen beweging omlaag)
We raden aan om de standaard ingestelde waarde Bu niet te w-
zigen.
Op het display verschnt nu LL5.
LL geeft de lengte van de uitschuifbare laadklep weer en kan de
volgende waarden aannemen:
5 - voor laadkleppen van 500 mm
1 - voor laadkleppen van 1000 mm (in dit geval wordt de desbetref-
fende td voor de parameter LA verdubbeld)
12
Y5
J22J19
J28
J20
8 9 107
6
5
4
3
21
Blokkering
wiel
(maakcontact)
+ - SS-
+
8,2 kOhm
Blokkering
wiel (sensor)
Y5
J22J19
J28
J20
8 9 107
6
5
4
3
21
+ - SS-
+
S-
+
Aansluiting - wielblokkering