41
NL
WERKING VAN DE ELECTRONISCHE DRUKREGELAAR FLUSSCONTROL (FIG.1 N. 12)
HOOFDSTUK 6
AUTOMAX 80/48, AUTOMAX 160/120, AUTOJET 60/50, AUTOJET 70/50
IN BEDRF STELLEN (FIG. 1)
• Voordat men de electrische pomp
opstart, vult men de aanzuigslang (2)
en het pomplichaam (8) door de vuldop
(9) met water
• Controleer dat er geen lekken zn, sluit
dan weer de dop
• Open de kranen in de uitgaande leiding
(bvoorbeeld de waterkraan) zodanig
dat de lucht naar buiten kan komen b
het aanzuigen
• Steek de steker van de pomp in een
contactdoos met wisselspanning van
230 V en zet de schakelaar aan
• De elektropompen Sta-Rite JET,
NEWJET, JETINOX, AUTOJET,
MAX, MULTINOX-A, AUTOMAX zn
zelfvullend, het is derhalve mogelk
op te starten zonder de aanzuigslang
met water te moeten vullen, wél is
het noodzakelk het pomplichaam
te vullen
• De pomp heeft enkele minuten nodig
voor het opzuigen van de waterkolom
• Eventueel kan het ook noodzakelk zn
het pomplichaam meerder keren met
water te vullen
• Dit is afhankelk van de lengte en de
diameter van de aanzuigslang
• Indien men de electrische pomp
voor lange perioden ongebruikt laat
moet men alle boven beschreven
handelingen herhalen voordat men
hem opstart
• Op de voorkant van het apparaat
bevindt zich een groen controlelampje
Power on dat aangeeft dat het
apparaat onder spanning staat, en
een geel controlelampje Pump on dat
aangeeft dat de pomp in werking is
• B aansluiting op het elektriciteitsnet
gaan het groene en het gele lampje
branden, wat aangeeft dat de pomp
gestart is (afb. 5/A)
• De pomp blft enkele seconden
werken, zodat de installatie onder druk
kan worden gezet
• Houdt b een te korte tdsduur de rode
knop Restart (herstel) ingedrukt en
wacht b geopende kraan tot het water
eruit stroomt
• Als het kraantje dichtgedraaid wordt,
stopt het apparaat de pomp en zet hem
in de wachtstand
• Het groene controlelampje brandt
en de pomp is gereed om geheel
zelfstandig alle volgende opdrachten
uit te voeren (afb. 5/B)
• Als een kraantje wordt geopend, start
het apparaat de pomp, die blft werken
zolang het kraantje open blft (afb. 5/A)
• Als het kraantje wordt gesloten,
herstelt het apparaat de maximale
druk in het systeem, stopt de pomp en
keert terug in de wachtstand (afb. 5/B)
• Wanneer er b aanzuiging geen water
meer is, stopt het apparaat de pomp
(afb. 5/C) om hem tegen drooglopen te
beschermen
• Wanneer de oorzaken van de
blokkering zn weggenomen, is het
voldoende om op de rode knop Restart
(herstel) te drukken om de normale
werking te herstellen
• B een tdelke stroomuitval herstelt
het apparaat zich b terugkeer van de
stroom automatisch
De electronische drukregelaar FLUSSCONTROL (inclusief de veiligheidskabels) mag uitsluitend door
gekwaliceerd personeel worden geopend of vervangen.
GEVAAR - RISICO VOOR ELECTRISCHE SCHOKKEN