56
NEDERLANDS
NL
• Wanneer u de stam naar rechts wilt vellen, plaatst u de
zaagschijf rechts van de stam, schuin naar beneden zodat
het worteleinde naar links glijdt. Geef daarbij een zetje
met de schermkap van de zaagschijf. Zie afb. 24. Om de
stam naar links te vellen, gaat u omgekeerd te werk. Om
de stam naar voren te vellen, zet u de zaagschijf op
dezelfde wijze aan de achterzijde van de boom aan.
• Voor het opruimen van struikgewas en jonge boompjes
maakt u schuivend draaiende bewegingen van 60º-90º.
6.7.2 Voorschriften voor het grasmaaien
• Maak rustige en gelijkmatige draaiende bewegingen van
60º-90º.
• Houd de trimkop net boven de grond.
• Voer een nieuwe trimdraad in door de trimkop licht tegen
de grond aan te drukken. De overtollige draadlengte
wordt automatisch door het draadmes afgeknipt. Zie (A),
afb. 6.
• Druk de draaiende trimdraad nooit in het gras.
• Laat de trimdraad harde voorwerpen zoals stenen, houten
palen enz. slechts aanraken. Wanneer de trimdraad er
tegenaan wordt gedrukt, slijt deze abnormaal snel.
7 OPBERGEN
Berg de bosmaaier op een droge plaats op. Zie ook paragraaf
2.4. Wanneer de bosmaaier langer dan vier maanden wordt
opgeslagen, dient u de volgende maatregelen te treffen.
1 Nadat u de benzine hebt afgetapt, start u de motor en laat
u deze draaien tot de benzine op is.
WAARSCHUWING! De smoorklep moet altijd in
de stopstand staan wanneer u de motor met gede-
monteerde bougie of ontkoppelde bougiekabel
ronddraait.
2 Verwijder de bougie, (21) in afb. 3, en doe 4-5 druppels
olie in de zitting van de bougie. Zet de smoorklep in de
stopstand, zie afb. 14, (anders wordt de ontstekingsspoel
overbelast). Trek een paar keer aan het startkoord zodat
de olie goed wordt verdeeld in de cilinder en in het carter.
Monteer vervolgens de bougie terug op zijn plaats.
3 Maak de bosmaaier grondig schoon en plaats deze in zijn
oorspronkelijke verpakking.
8 ONDERHOUD
WAARSCHUWING! De reparaties dienen door
uw dealer te worden uitgevoerd. Anders is de ga-
rantie niet geldig.
WAARSCHUWING! Alvorens u enige reparatie-
of onderhoudswerkzaamheden verricht, dient u de
ontstekingskabel los te koppelen.
8.1 DAGELIJKSE CONTROLE
• Controleer of alle schroeven en moeren vastgespannen
zijn.
• Controleer of de zaagschijf geen scheuren vertoont en dat
het niet scheef of excentrisch loopt.
• Controleer of de trimkop geen scheuren vertoont, of deze
niet scheef loopt en of er voldoende trimdraad voorradig
is.
• Controleer of er geen brandstoflekkage is.
• Controleer of de koelingslucht rond de cilinder niet wordt
gehinderd door verontreinigingen enz.
• Controleer of er geen vuil is aangekoekt op de
hoektransmissie zodat de koeling wordt gehinderd.
• Controleer of de schermkap van de zaagschijf/trimkop
onbeschadigd is.
• Controleer of de sluiting van het draagstel werkt en
moeiteloos opengaat.
8.2 CONTROLE NA 15 BEDRIJFSUREN
• Maak de filter schoon. Zie afb. 25. Gebruik een zachte
borstel en maak indien nodig schoon met benzine. Laat
de filter drogen alvorens u deze terugplaatst.
• Controleer de hoektransmissie op lekkage.
• Controleer of de hoektransmissie voor 2/3 gevuld is met
et. Vul deze indien nodig bij met het meegeleverde
oliehoudende smeervet (extra vet is bij uw dealer
verkrijgbaar). Zie afb. 26.
8.3 DE CARBURATEUR AFSTELLEN
De carburateur is afgesteld tijdens het proefdraaien in de
fabriek. Alle afstellingen die niet zijn beschreven in
paragraaf 6.2.4, dienen door uw dealer te worden uitgevoerd.
8.4 FOUTOPSPORING
8.4.1 Storing: Motor start niet
Mogelijke oorzaken:
• Smoorklep in stopstand.
• Bougie niet aangesloten.
• Water of condens in de brandstof.
• Geen brandstof.
• Motor verzopen (bougie is vochtig).
• Bougie vervuild of elektrodenafstand onjuist. Zie afb. 27.
8.4.2 Storing: Motor komt niet op volle toeren.
Mogelijke oorzaken:
• Luchtfilter verstopt.
• Bougie vervuild of elektrodenafstand onjuist. Zie afb. 27.
• Water of condens in de brandstof.
8.4.3 Motor draait niet stationair
Mogelijke oorzaken:
• Brandstoftoevoer verstopt.
• Brandstoffilter verstopt.
• Luchtfilter verstopt.
• Bougie vervuild of elektrodenafstand onjuist. Zie afb. 27.
• Onbelast toerental verkeerd afgesteld.