RE 98
Nederlands
190
De aders in de kabel moeten, afhankelijk
van de netspanning en de kabellengte,
de vermelde minimale doorsnede
hebben.
Aansluiting op de contactdoos
Voor de aansluiting op het
elektriciteitsnet, controleren of het
apparaat is uitgeschakeld – zie
"Apparaat uitschakelen"
N De netsteker van het apparaat op
de netsteker van de verlengkabel in
de volgens voorschrift
geïnstalleerde contactdoos steken
N Waterkraan opendraaien
LET OP
Het apparaat alleen bij een aangesloten
waterslang en een opengedraaide
waterkraan inschakelen. Als dit wordt
nagelaten ontstaat er een tekort aan
water, wat kan leiden tot beschadiging
van het apparaat.
N De hogedrukslang geheel uitrollen
N De schakelaar in stand I plaatsen –
het apparaat staat nu in de stand-
bystand
N Het spuitpistool op het te reinigen
object richten – nooit op personen!
Spuitpistool bedienen
N De spuitinrichting op het te reinigen
object richten – nooit op personen!
N De rotorsproeier, indien
gemonteerd, bij het inschakelen
naar beneden gericht houden
N Veiligheidspal (1) indrukken – de
hendel (2) wordt ontgrendeld
N Hendel (2) indrukken
De motor wordt bij het loslaten van de
hendel uitgeschakeld.
Stand-bystand
LET OP
Het apparaat maximaal 5 min. in de
stand-bystand laten staan. Bij langere
werkonderbrekingen dan 5 min, bij
rustpauzes of als het apparaat
onbeheerd wordt achtergelaten, het
apparaat met behulp van de schakelaar
uitschakelen – zie "Apparaat
uitschakelen".
Kabellengte Minimale
doorsnede
220 V – 240 V:
tot 20 m 1,5 mm
2
20 m tot 50 m 2,5 mm
2
100 V – 127 V:
tot 10 m AWG 14/2,0 mm
2
10 m tot 30 m AWG 12/3,5 mm
2
Apparaat inschakelen
Werken