61
In de set-upmodus drukt u op „Unit ” of „Unit ” tot „duct shape” onderaan het scherm verschijnt.
Druk op „Avg/Rec” om uw keuze te bevestigen.
Kies met de toetsen „Unit
” of „Unit ” het rond of vierkant symbool voor een rechthoekig of rond stroomkanaal.
Druk op „Avg/Rec” om uw keuze te bevestigen.
Als het stroomkanaal rechthoekig is, geeft het scherm eerst „W=“ en een getal weer die de
breedte van het kanaal in de geselecteerde maateenheid aanduidt.
Weergave „DECI“: Druk op „Unit
“ of „Unit “ om de positie van het decimaalpunt vast te
leggen.
Druk op „Save/Clear“ om tussen cijferposities te wisselen – het huidige geselecteerde getal
knippert. Met „Unit
“ of „Unit “ kunt u de afzonderlijke cijfers naar wens instellen (0 … 9).
Druk op „Avg/Rec” om uw keuze te bevestigen.
Het scherm verandert nu naar „H=“ en duidt de hoogte van het kanaal in de geselecteerde
maateenheid aan.
Weergave „DECI“: Druk op „Unit
“ of „Unit “ om de positie van het decimaalpunt vast te
leggen.
Druk op „Save/Clear“ om tussen cijferposities te wisselen - het huidige geselecteerde getal
knippert. Met „Unit
“ of „Unit “ kunt u de afzonderlijke cijfers naar wens instellen (0 … 9).
Druk op „Avg/Rec” om uw keuze te bevestigen en de nieuwe instellingen op te slaan.