64
Het hoofdscherm (3) op de display geeft de manometerdruk of het drukverschil tot 5.000 Pa weer. U kunt voor de weergave tussen
de vijf maateenheden psi, mbar, Pa, inH
2
O en mmH
2
O kiezen.
Druk eenmaal op „P/V/F” om de drukmodus (PRESS) te openen. Druk evt. meermaals op de toets „Unit
” en selecteer vervolgens
de gewenste maateenheid.
Sluit aan de „+”-ingang van de pitotbuis-anemometer een slang aan en laat de „-”-ingang open.
Via de slangopening registreert het apparaat de omgevingsvoorwaarden – druk op de toets „Hold/Zero” en houd de toets gedurende
2 seconden om een nulmeting uit te voeren.
Plaats het open einde van de slang in een andere omgeving als de anemometer.
De anemometer geeft nu het drukverschil tussen de „+”-ingang (omgevingsvoorwaarden aan het slanguiteinde) en de „-”-ingang
(referentie omgevingsvoorwaarden aan de anemometer) weer.
"+"-ingang