0478 131 9940 B - NL
106
7.1 Algemeen
● Zet het apparaat voor alle beschreven
werkzaamheden op een vlakke en
stevige ondergrond.
● Laad de accu (Ö 8.).
7.2 Enkele duwstang monteren
(RMA 443 C, RMA 443 PC,
RMA 443 TC, RMA 448 PC,
RMA 448 TC)
● 1 Steek de huls (J) in de boring van de
duwstang (1).
● 2 Schuif beide ringen (L) met de
welving naar binnen over de huls.
● 3 Houd de huls (J) en de ringen (L)
vast en duw deze samen met de
duwstang (1) in de
duwstangconsole (2).
● 4 Plaats de moer (M) zoals afgebeeld
in de duwstangconsole.
● 5 Steek de bout (K) van buiten naar
binnen door de boringen in de
duwstang (1) en op de
duwstangconsole (2).
● 6 Haal de bout aan.
Aandraaimoment:
18 - 22 Nm
Stroomsnoer en kabel monteren:
● Druk het stroomsnoer (3) en de
kabel (4 - RMA 443 TC, RMA 448 TC)
zoals afgebeeld in de steunen op de
duwstangconsole en op de
duwstang (5, 6) en zet deze met de
kabelclip (7) op de duwstang vast.
7.3 Dubbele duwstang monteren
(RMA 443)
● Beschermhulzen (I) op de
onderstukken duwstang (1) steken.
● Bout (F) door de boring van de
kabelgeleiding (G) steken.
● Bovenstuk duwstang (2) aan het
onderstuk duwstang (1) vasthouden.
● Kabelgeleiding (G) aan elektrokabel (3)
inhangen en bout (F) van binnen naar
buiten door de boring steken.
● Aan de tegenovergestelde zijde de
bout (F) van binnen naar buiten door de
boringen steken.
● Snelspanner (E) op de bouten (F)
schroeven (er moet ongeveer een
schroefdraad van de bout uitsteken) en
naar boven klappen.
● Correcte montage controleren:
De snelspanners (E) dienen zo sterk
aangetrokken te zijn dat ze dicht bij de
duwstang aansluiten en dat het
bovenstuk duwstang vast met het
onderstuk duwstang verbonden is.
Als de duwstang niet vast gemonteerd
zit of de snelspanners niet juist zitten,
de snelspanners openen en zover
verdraaien tot ze vastzitten.
● Elektrokabel (3) zoals afgebeeld in de
houder (4) op de duwstangconsole
leggen.
Kabelclip monteren:
● Kabelclip (H) op het bovenstuk
duwstang drukken. Afstand tussen
kabelclip en schakelaar:
25 - 27 cm
Elektrokabel (3) zoals afgebeeld in
kabelclip (H) plaatsen, klep (5) sluiten
en laten inklikken.
7.4 Grasopvangbox in elkaar
zetten
● Bovenste gedeelte van de
grasopvangbox (B) aan het onderste
gedeelte van de grasopvangbox (C)
bevestigen. De juiste positie in de
geleiders respecteren.
● Bouten (D) van binnen door de
betreffende openingen drukken.
● Laat het bovenste gedeelte van de
grasopvangbox (B) in het onderste
gedeelte van de grasopvangbox klikken
door hier licht op te drukken.
● Grasopvangbox vasthaken (Ö 9.3).
M Moer 1
De geleverde onderdelen (accu,
oplaadapparaat, enz.) kunnen per
land en per type uitvoering
verschillen.
7. Apparaat klaarmaken voor
gebruik
Gevaar voor letsel
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk "Voor uw veiligheid"
(Ö 4.) in acht.
Trek met name vóór alle
werkzaamheden aan de
grasmaaier de veiligheidsstekker
eruit (Ö 9.1).
Bij aflevering zijn de accu's
ongeveer 30% geladen. Daarom
moeten ze vóór de eerste
ingebruikname worden opgeladen.
Nr. Omschrijving Aantal
3
4
5