- 130 -
NL
4 Bedieningsinstructies
4.1 Vóór het starten
4.1.1 De machine aarden
– Plaats de machine binnen.
– Gebruik kabels (van minstens 2,5 mm² diameter)
om de machine en de aardingsklem te verbinden
met de aarding.
– Zet het ene uiteinde van de kabel vast met behulp
van de vleugelmoer en haal stevig aan. Sluit het
andere uiteinde aan op de aardingsstaaf en steek
die in de grond.
4.1.2 Olie bijvullen
– Verwijder de olievuldop.
– Vul bij tot het bovenste oliepeil (A) met de
aanbevolen motorolie. Gebruik een trechter om
bij te vullen.
– Breng de olievuldop opnieuw aan en draai vast.
Overzicht oliespecificaties:
4.1.3 Brandstof bijtanken
– Open de vuldop van de brandstoftank en vul bij
met brandstof.
– De brandstofpeilmeter geeft het brandstofniveau
in de tank aan.
– Sluit de brandstoftank weer goed af na het
bijtanken.
Wanneer olie wordt gemorst, reinig
de vloer dan grondig om slipgevaar
te voorkomen.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
TEMP
SAE
Het brandstofpeil mag tijdens het
bijtanken niet hoger komen dan de
zeef binnenin de tank (A).
Houd tijdens het bijtanken bronnen
van vuur en warmte uit de buurt.
Vul de brandstoftank niet bij
wanneer de machine in werking is.
Gebruik alleen ongelode benzine.
Het gebruik van benzine met lood
zal ernstige schade veroorzaken aan
de interne motoronderdelen.
00_00_P-range_Combi 1.book Page 130 Wednesday, July 19, 2017 12:23 PM
To Next Page
Loading...
Need help?
General
