10 STORINGEN
OPGELET: Bij elke tussenkomst moet de machine verplicht worden uit het stopcontact worden
getrokken.
Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met uw technicus.
Controleer de stroomtoevoer.
Controleer het thermische relais.
Controleer of de noodstopknop niet is ingeschakeld.
Controleer of de startknop is ingeduwd.
De motor ronkt maar start niet op
Controleer de voeding, mogelijk ontbreekt er een fase.
De ketting springt en kraakt
Controleer de kettingspanning.
Controleer of ze goed is ingevet.
Controleer de staat van de kettingwielen.
De goten draaien zich niet om
Controleer of de goten niet vervormd zijn.
Controleer de omkeeras.