92
3.5) Opmerkingen over de aansluitingen
Hetmerendeelvandeaansluitingenisuitermateeenvoudig,vooreengrootdeelbetrefthetrechtstreekseaansluitingenopéénenkelcontact,
andere daarentegen hebben een wat complexere aansluiting:
Alleéénfase-asynchroonmotorenhebbenomcorrecttekunnenwerkeneencondensator;bsommigereductiemotorenisdezecondensator
reeds binnenin aangesloten, andere daarentegen vereisen een externe aansluiting van de condensator. In dat geval dient de condensator
tussen de fasen OPEN en SLUIT van de motor aangesloten te worden. Om praktische redenen is het raadzaam de condensator rechtstreeks
in de besturingseenheid in de daarvoor bestemde ruimte aan te brengen.
De“Fototest”vergrootdebetrouwbaarheidvandeveiligheidsinrich-
tingenvergroot;hierdoorishetmogelkde“categorie2”volgensde
normEN954-1(uitgave12/19961998)tebehalenvoorwatbetreft
het geheel van besturingseenheid en veiligheidsfotocellen.
Telkens wanneer er een manoeuvre van start gaat, worden de
desbetreffende veiligheidsinrichtingen gecontroleerd; alleen als alles
inordeis,gaatdemanoeuvreookdaadwerkelkvanstart.Alsde
testdaarentegengeengunstigresultaatheeft(fotoceldoordezon
verblind,kabelsinkortsluitingetc.),wordtdestoringgeconstateerd
en wordt de manoeuvre niet uitgevoerd.
Ditallesismogelk:
•doordedipschakelaar10opONtezetten
•doordeveiligheidsinrichtingenaantesluitenzoalsopafb.5 te zien is
als uitsluitende de uitgang FOTO wordt gebruikt, of zoals op afb.5a
te zien is als ook FOTO1 wordt gebruikt.
Bdezeaansluitingwordendezendersvandefotocellennietrecht-
streeks via de uitgang van de neveninrichtingen van stroom voorzien,
maarviadespeciekeuitgangFOTOTEST.Demaximaalbruikbare
stroomopdeuitgangFOTOTESTbedraagt75mA(3stelfotocellen).
•Deontvangerswordenrechtstreeksviadeuitgangneveninrichtingen
vandebesturingseenheid(klemmetjes17-18)vanstroomvoorzien.
De test van de fotocellen vindt als volgt plaats: wanneer er een instruc-
tie voor een manoeuvre binnenkomt, wordt er in de eerste plaats
gecontroleerdofalleontvangersdiebdemanoeuvrebetrokkenzn,
hun toestemming geven; daarna wordt de stroomvoorziening naar de
zenders onderbroken en vervolgens geverieerd dat alle ontvangers
dit feit signaleren door hun toestemming in te trekken; daarna worden
de zenders weer van stroom voorzien en vervolgens zal er opnieuw
worden nagegaan of er toestemming van alle ontvangers is. Pas als
deze reeks tot een goed einde is gekomen, zal de manoeuvre van
start gaan. Het verdient aanbeveling bovendien het synchronisme te
activeren; u doet dit door de daarvoor bestemde bruggetjes op de zen-
ders te onderbreken; dit is de enige methode om te garanderen dat er
tussen de twee stellen fotocellen onderling geen interferentie optreedt.
Verieerindehandleidingvoordefotocellendeaanwzingenvoorde
“GESYNCHRONISEERDE”werking.
Indieneen ingang voor FOTOTEST niet wordt gebruikt(voorbeeld
FOTO1) en u toch de functie fototest wilt, dient er een brug te
worden aangebracht tussen de ongebruikte ingang en de uitgang
FOTOTEST(klemmetjes19–24)zieafb. 5a. Als u later de functie
Fototest niet meer wilt gebruiken, behoeft u alleen maar de dipscha-
kelaar 10 naar omlaag te halen.
5
5a
NL