119 NL/BE
Temperatuurtrend weergeven
Nadat de verbinding met de buitensensor voltooid is, geeft het
temperatuurstation de temperatuurtrend (buiten)
9
en de tempe-
ratuurtrend (binnen)
27
weer.
De volgende weergaven zijn mogelijk:
= de temperatuur stijgt.
= de temperatuur blijft constant.
= de temperatuur daalt.
Batterij-weergave
De -symbolen
6
en
26
verschijnen op het LC-display van het
temperatuurstation en de buitensensor als de batterijen van de
buitensensor of het temperatuurstation leeg raken.
Batterijen vervangen
Open het batterijvakje
31
of
41
.
Verwijder de verbruikte batterijen.