Beoogd gebruik
Apparaten met de bedrijfsmodus Diepvries "-" zijn
alleen geschikt voor verpakte diepgevroren
levensmiddelen.
Apparaten met de bedrijfsmodus Koeling "+" zijn
alleen geschikt voor verpakte gekoelde
levensmiddelen.
Apparaten met de bedrijfsmodus Vleeskoeling "S" zijn
alleen geschikt voor verpakte gekoelde levensmiddelen,
speciaal voor vleeswaren (bijv.: gehakt).
Meer informatie: zie → hoofdstuk 1.3
3 Opbouw en functie
Het apparaat is compact en kan zo op het
stopcontact worden aangesloten.
Alle afzonderlijke apparaten worden bedrijfsklaar
geleverd en hebben een eigen besturingseenheid.
De apparaten zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd.
Elk apparaat bevat een of meerdere hermetisch
gesloten koudemiddelcircuits, waarvan de
componenten permanent technisch afgesloten met
elkaar verbonden zijn.
De uitvoering van de afzonderlijke apparaatmodellen
kan variëren.
Apparaatserie:
Apparaten van de serie (-) zijn voor de bedrijfsmodus
Diepvries "-" ontworpen.
Apparaten van de serie (S) zijn voor de
bedrijfsmodus Vleeskoeling "S" ontworpen.
Bij universele apparaten (U) kan tussen 3
bedrijfsmodi worden gekozen: Diepvries "-",
vleeskoeling "S" en koeling "+".
Bij universele apparaten (V) kan tussen 2
bedrijfsmodi worden gekozen: Diepvries "-" en
koeling "+".
De omschakeling tussen de bedrijfsmodi vindt plaats
via regelaars (zie → hoofdstuk 4.2.1/4.2.2.2/4.2.3.2).
De in het apparaat ontstane overtollige warmte wordt
via een luchtcondensor aan de omgevingslucht
afgegeven.
Apparaten met (AD)-functie ontdooien automatisch
met regelmatige cycli (zie → hoofdstuk 3.1).
Daarnaast kan door de exploitant een
halfautomatische ontdooiing (zie →hoofdstuk 4.2.2.4/
4.2.3.4) worden gestart. Bij apparaten met de
bedrijfsmodus koeling ("+", "S") kan de automatische
ontdooiing in de fabriek zijn uitgeschakeld.
Apparaten zonder (AD)-functie hebben geen
automatische ontdooiing.
Door de exploitant moet een volledige ontdooiing (zie
→hoofdstuk 10.1.1) worden uitgevoerd.
AANWIJZING
• Materiële schade door ijsvorming aan de koelvlakken.
►Apparaten zonder (AD)-functie moeten op vaste
tijdstippen door de exploitant volledig met de hand
ontdooid worden (volledige ontdooiing).
Om hygiënische redenen moet bij alle apparaten een
volledige ontdooiing (zie →hoofdstuk 10.1.1) met
aansluitende reiniging worden uitgevoerd.
Afhankelijk van het apparaatmodel is een individuele
indeling van de binnenruimte (wandrooster,
bodemrooster, scheidingswandrooster, staande korf)
mogelijk.
AANWIJZING
• Materiële schade door ontbrekende binnenindeling.
►Apparaten met (AD) –functie mogen alleen met
wandrooster worden gebruikt.
►Apparaten voor vleeskoeling "S" mogen alleen met
wandrooster, luchtkanalen en opslagrek worden gebruikt.
Alle apparaten zijn van stapelmarkeringen voorzien
(zie → hoofdstuk 9.1).
Alle apparaten zijn met glazen deksels uitgerust.
Het apparaat is met glijvoeten of zwenkwielen
uitgerust om het verplaatsen (vooruit en terug) te
vergemakkelijken (apparaatspecifiek).
Automatisch ontdooien
Apparaten met (AD)-functie hebben een automatische
ontdooiing.
Tijdens het automatisch ontdooien verschijnt op het
display (afhankelijk van de regelaar, zie → hoofdstuk
4.2.2/4.2.3) de weergave "dEF" of "dFr.".
De frequentie, de duur en het moment van ontdooiing
zijn vooraf ingesteld.
Ontdooifrequentie: 2x/week (of door de klant bepaald)
Ontdooitijd: tot 99 min (apparaatspecifiek)
Ontdooitijdstip: De starttijd wordt via een real-time klok
geregeld en vindt tijdens de nachtelijke uren plaats.