OTHERS AND/OR DAMAGING THE
VEHICLE.
OF ANDEREN EN/OF SCHADE AAN
HET VOERTUIG TE VOORKOMEN.
Engine run-in is essential to ensure en-
gine long life and correct operation. If
possible, ride on roads with lots of bends
and/or slopes to test that the engine, sus-
pensions and brakes perform efficiently.
NOTE
ONLY AFTER THE RUN-IN PERIOD IS
IT POSSIBLE TO ATTAIN THE BEST
SPEED AND ACCELERATION PER-
FORMANCE OF YOUR VEHICLE.
De proefperiode van de motor is funda-
menteel voor het garanderen van de duur
en de correcte werking. Rij indien moge-
lijk op wegen met veel bochten en/of hel-
lingen, waar de motor, de ophangingen
en de remmen worden onderworpen aan
een meer efficiëntere proefperiode.
N.B.
ENKEL NA DE PROEFPERIODE VER-
KRIJGT MEN DE BESTE PRESTATIES
VAN HET ACCELERATIEVERMOGEN
EN DE SNELHEID VAN HET VOER-
TUIG.
Follow these indications:
•
Do not twist the throttle grip fully
at low rpm whether during or af-
ter run-in.
•
0-100 km (0-62 miles) During
the first 100 km (62 miles) oper-
ate the brakes with caution to
avoid rough and long braking.
That is to permit the adequate
adjustment of the pad friction
material to the brake disc and
the shoes to the rear wheel
drum.
•
0-500 km (0-312 miles) Do not
keep the throttle grip twisted
more than half its travel during
long stretches.
Men moet zich houden aan de volgende
indicaties:
•
Draai het gashandvat niet hele-
maal bij lage regimes tijdens het
inrijden, en ook niet erna.
•
0-100 km (0-62 mi) Tijdens de
eerste 100 km (62 mi) behandelt
men de remmen voorzichtig, en
vermijdt men het bruusk en lang
remmen. Dit om een correcte
stabilisatie van het wrijvingsma-
teriaal van de pastilles op de
remschijf en de remblokjes op
de trommel van het achterwiel te
verkrijgen.
•
0-500 km (0-312 mijl) Hou het
gashandvat niet te lang open
voor meer dan de helft.
38
2 Use / 2 Gebruik