62 | Installatie
MC 4006 720 819 669 (2016/05)
3 Installatie
3.1 Installatie
▶
Installeer de module op een wand (Æ afb.
7
tot afb.
9
, vanaf
pagina
86
), op een DIN-rail (Æ afb.
10
, pagina
86
), of in een module
.
▶ Let bij het verwijderen van de module van de montagerail op afb. 11
op pagina 87.
3.2 Installatie van een temperatuursensor op de open
verdeler
Afb. 4 Positie aanvoertemperatuursensor (T0)
[1] Alle warmtebronnen
[2] Alle cv-circuits
A Open verdeler model 1
B Open verdeler model 2
-
1
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle warmtebronnen
-
2
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle warmtebronnen
-
3
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle cv-circuits
-
4
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle cv-circuits
T
0
Temperatuursensor aanvoer op de open verdeler
T
0
moet zodanig worden gepositioneerd, dat -
3
onafhankelijk van het
debiet aan de zijde van alle warmtebronnen [1] wordt geregistreerd.
Alleen zo kan de regeling ook bij kleine belastingen stabiel werken.
3.3 Elektrische aansluiting
▶ Rekening houdend met de geldende voorschriften voor de aanslui-
ting minimaal elektrische kabel model H05 VV-... gebruiken.
3.3.1 Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
BUS-verbinding algemeen
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
• 100 m met 0,50 mm
2
aderdiameter
• 300 m met 1,50 mm
2
aderdiameter
BUS-verbinding warmtebron – cascademodule
▶ Warmtebron en slave-cascademodules direct op de aansluitklem-
men BUS1 ... BUS4 aansluiten (Æ overzicht bezetting aansluitklem-
men).
BUS-verbinding cascademodule – Bedieningseenheid –
Andere module
▶ Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de aansluiting
van de BUS-deelnemers gebruiken.
▶ BUS-deelnemer [B] via verdeeldoos [A] in ster (Æ afb. 20,
pagina 88, instructie van de bedieningseenheid en andere module
respecteren).
Temperatuursensoren
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende aderdiameters:
• Tot 20 m met 0,75 mm
2
tot 1,50 mm
2
aderdiameter
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
2
aderdiameter
Algemeen over laagspanningszijde
▶ Wanneer PO voor de regeling wordt gebruikt, IA1 niet overbruggen.
Wanneer IA1 is overbrugd en PO is open, wordt op de ingestelde
maximale aanvoertemperatuur geregeld.
▶ Om inductieve beïnvloeding te voorkomen: alle laagspanningskabels
gescheiden installeren van netspanningskabels (minimale afstand
100 mm).
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoorbeeld LiYCY) en af-
scherming eenzijdig aarden. Sluit de afscherming niet op de
aansluitklem voor de randaarde in de module aan maar op de huisaar-
de, bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
3.3.2 Aansluiting voedingsspanning pomp en menger
(netspanningszijde)
GEVAAR: Elektrocutiegevaar!
▶ Voor de installatie van dit product: toestel en alle an-
dere BUS-deelnemers over alle polen losmaken van
de netspanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: breng de afdekking aan
(Æ afb. 22, pagina 89).
Wanneer de maximale kabellengte van de BUS-verbinding
tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of in het
BUS-systeem een ringstructuur bestaat, is de inbedrijfstel-
ling van de installatie niet mogelijk.
6 720 809 449-24.1O
1 2
A
1
2
B
T0
T0
ϑ
1
ϑ
3
ϑ
2
ϑ
4
ϑ
1
ϑ
3
ϑ
2
ϑ
4
Benamingen van de aansluitklemmen (laagspanningszijde d 24 V)
0-10 V Aansluiting
1)
Voor 0-10 V-kamerthermostaat of gebouwautomati-
sering met een 0-10 V-regeluitgang ook vermogens-feedback als
0-10 V-signaal voor gebouwautomatisering op klem 3
1) Klembezetting: 1 – massa; 2 – 0-10 V-ingang (Input) voor warmtevraag van de
gebouwautomatiseringstechniek; 3 – 0-10 V-uitgang (Output, optie) voor
Feedback
BUS
2)
2) In bepaalde toestellen is de aansluitklem voor het BUS-systeem met EMS gemar-
keerd.
Aansluiting op regelaar, module
BUS1...4 Aansluiting warmtebron of slave-cascademodule
I2, I3 Aansluiting externe schakelaar (Input)
OC1 Aansluiting
3)
Toerentalregeling pomp met 0-10 V-signaal
(Output Cascade)
3) Klembezetting:1 – massa; 2 – uitgang (Output); 3 – ingang (Input, optie)
T0, T1, T2 Aansluiting temperatuursensor (Temperature sensor)
Tabel 12
Benamingen van de aansluitklemmen (netspanningszijde)
120/230 V AC Aansluiting netspanning
PC0, PC1 Aansluiting pomp (Pump Cascade)
A0 Aansluiting voor storingsmelding (Alert)
IA1 Aansluiting voor aan/uit-regelaar 230 V)
Tabel 13