Testen van het apparaat
75
NL
Testen
van het
appara
at
Voeding-/contacttest
U test nu de verbinding met de voeding en het
contact. Zorgt u voordat u begint met testen,
dat u de stappen beschreven in voorgaande
hoofdstukken heeft uitgevoerd.
1. Controleer of alle onderdelen zijn
aangesloten op de TomTom LINK
(bedrading, zekeringen en antennes).
2. Controleer of de SIM-kaart op de juiste
manier is aangesloten.
3. Zorg ervoor dat het voertuig niet is gestart.
4. Maak de terminalkabel los (en de IO-kabel
als u die gebruikt).
5. Haal hierna de voedingskabel los zodat de
stroomvoorziening gedurende een paar
seconden is onderbroken.
6. Sluit de voedingskabel weer aan.
7. Start nu de motor.
Testen van de GSM/GPS-antenne
Voor deze test moet u het voertuig wellicht
verplaatsen naar een locatie met vrij zicht naar
de lucht om een goede ontvangst van het
GPS- en GSM-signaal mogelijk te maken. Voor
meer gedetailleerde informatie zie de tabel in
het hoofdstuk ’Diagnostiek’.
1. Start de motor.
2. Let op de gele GSM-LED en de groene
GPS-LED. Beide beginnen te knipperen.
3. De gele GSM-LED gaat uit zodra het
apparaat is aangemeld op het GSM-
netwerk. De groene GPS-LED gaat aan
zodra het apparaat een geldige GPS-positie
heeft ontvangen.
4. Na 10 minuten moet de gele GSM-LED uit
en de groene GPS-LED aan zijn.
De groene GPS-LED moet niet uit zijn. Na
ongeveer 60 seconden moeten alle LED’s uitgaan.
De groene GPS-LED moet nu in ieder geval niet
uit zijn. Controleer alle aansluitingen als dit niet
het geval is en herhaal daarna de test.
Als de gele GSM-LED blijft knipperen, controleer
dan of de SIM-kaart correct is geïnstalleerd en of
de GSM-antenne is aangesloten en op een juiste
plaats is geïnstalleerd. Als de groene GPS-LED
blijft knipperen, controleer dan de verbinding met
en de positie van de GPS-antenne.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
