04/2011 - Art. Nr. 4200 1037 0000A2
Overzicht
Inhoudsopgave
Belangrijke aanwijzingen
De branders VG 2.140/200 zijn ontworpen
voor de verbranding van aardgas en van
propaangas, met geringe uitstoot van
luchtverontreiniging. De branders stemmen
qua opbouw en functie overeen met EN 676.
Ze zijn geschikt voor de uitrusting van alle
verwarmers conform EN 303 resp.
heteluchtverwarmers conform DIN 4794 of
DIN 30697 binnen hun vermogensbereik.
Voor iedere andere vorm van gebruik is
toestemming vereist van ELCO.
Installatie, inbedrijfstelling en onderhoud
mogen uitsluitend door erkende vaklui
worden uitgevoerd, waarbij de geldende
richtlijnen en voorschriften in acht dienen te
worden genomen.
Branderbeschrijving
De branders VG 2.140/200 zijn apparaten uit
één stuk met een trap en een geheel
automatische werking. De speciale
constructie van de branderkop een bijzonder
stikstofarme verbranding met een hoge
rendementsindex mogelijk. De
typegoedkeuring in klasse 3 volgens EN676
certificeert het behalen van de laagste
emissiewaarden, waardoor wordt voldaan
aan de nationale milieuvoorschriften:
AT: KFA 1995, FAV 1997
CH: LRV 2005
DE: 1.BImSChV
Afhankelijk van de afmetingen en belasting
van de verbrandingsruimte en van het
verbrandingssysteem (driekanaalsketel,
omkeervlamketel) kunnen afwijkende
emissiewaarden worden bereikt. Voor de
opgave van garantiewaarden moeten de
voorwaarden voor het meettoestel,
toleranties en luchtvochtigheid in acht
worden genomen.
Leveromvang
In de verpakking van de brander bevinden
zich:
1 gasaansluitflens
1 compacte gasarmatuur met gasfilter
1 branderflens
met isolatiering
1 zak met bevestigingsonderdelen
1 tas Technische Documentatie
Voor een veilige, milieuvriendelijke en
energiebesparende werking moeten de
volgende normen in acht worden genomen:
EN 226
Aansluiten van olie- en gasbranders met
ventilator aan warmtebron.
EN 60335-1, -2-102
Veiligheid van elektrische huishoudelijke
apparaten, bijzondere regels voor
gastoestellen
Gasleidingen
Voor de installatie van de gasleidingen en
gasblokken, moet men zich houden aan de
algemene voorschriften en richtlijnen,
alsmede aan de volgende nationale
reglementen:
CH: - Instructies G1 van de SSIGE
- Formulier EKAS n°1942, richtlijn
vloeibaar gas, deel 2
- Instructies van de kantonnale
instanties (bijvoorbeeld de richtlijn over
de hoofdkraan)
DE: - DVGW-TVR/TRGI
Montageplaats
De brander mag niet in ruimten met
agressieve dampen (bijv. haarspray,
perchloorethyleen, tetrachloorkoolstof), veel
stof of een hoge luchtvochtigheid (bijv.
waskeuken) in bedrijf worden gesteld.
In zoverre er voor de luchtverzorging geen
LAS-aansluiting aanwezig is, moet een
opening voor luchttoevoer aanwezig zijn,
met:
DE: tot 50 kW: 150 cm
2
voor elke volgende kW : + 2,0 cm
2
CH: QF [kW] x 6= ...cm
2
; min. echter 150
cm
2
.
Plaatselijke voorschriften kunnen leiden tot
afwijkingen.
Overzicht Inhoudsopgave ......................................................... 2
Belangrijke aanwijzingen .......................................... 2
Branderbeschrijving .................................................. 3
Functie Werkings-, veiligheidsfunctie .................................... 4
Branderautomaat ..................................................... 5
Aansluitschema, aansluitsokkel................................ 6
Gasblok MB-DLE ...................................................... 7
Montage Montage van de brander........................................... 8
Gasstraat, controle/instelling van de branderkop...... 9
Gasaansluiting, elektrische aansluiting................... 10
Controles vóór de inbedrijfstelling........................... 10
Inbedrijfstelling Instelgegevens........................................................ 11
Luchtregeling ......................................................... 12
Instelling compacte gaseenheid MB-DLE ............... 13
Instelling luchtpressostaat....................................... 14
Instelling gaspressostaat, werkingscontrole ........... 14
Service Onderhoud .........................................................15-16
Storingen verhelpen ............................................... 17
Aanduiding onderhoudsinterval .............................. 18
Voor schade, om de volgende redenen
ontstaan, sluiten wij garantie uit:
- ondeskundig gebruik
- foutieve montage resp. reparatie door de
koper of derden, inclusief gebruik van
onderdelen van vreemde herkomst.
Overdracht en gebruiksaanwijzing
De installateur van de verbrandingsinstallatie
dient de exploitant van de installatie, uiterlijk
bij de overdracht, een gebruiks- en
onderhoudsaanwijzing te overhandigen.
Deze dient in de plaatsingsruimte van de
verwarmer duidelijk zichtbaar te worden
opgehangen. Adres en telefoonnummer van
de dichtstbijzijnde klantenservice dient hierop
te worden ingevuld.
Aanwijzing voor de exploitant
De installatie moet ten minste één keer per
jaar door een gespecialiseerde vakman
worden geïnspecteerd. Afhankelijk van het
type van de installatie, kunnen kortere
onderhoudsintervallen nodig zijn! Om
regelmatig onderhoud te waarborgen, wordt
het afsluiten van een onderhoudscontract
aanbevolen.
Conformiteitsverklaring voor
gasbranders
Wij, gecertificeerd bedrijf onder nr.
AQF030, F-74106 ANNEMASSE
Cedex, verklaren onder onze enige
verantwoordelijkheid, dat de producten
VG 2.140
VG 2.200
in conformiteit zijn met de volgende
normen
EN 50165
EN 55014
EN 60335-1
EN 60335-2-102
EN 60555-2
EN 60555-3
EN 676
Belgisch Koninklijk Besluit van
08/01/2004
Deze producten dragen het CE-keur
conform de bepalingen van de
volgende richtlijnen
2006/ 42/CE Machinerichtlijn
2004/108/CE EMC-Richtlijn
2006/ 95/CE Laagspanningsrichtlijn
92/ 42/CEE Rendementsrichtlijn
Annemasse, 25 maart 2011
M. SPONZA