Voor een mogelijk ongeval moet altijd een verband-
doos volgens DIN 13164 onder handbereik zijn
op de werkplek. Het uit de verbanddoos gebruikte
materiaal moet direct weer worden aangevuld. Bij
het aanvragen van hulp, de volgende gegevens
doorgeven
1. Locatie van het ongeval
2. Aard van het ongeval
3. Aantal gewonden
4. Aard van het letsel
6. Technische gegevens
Wisselstroommotor: 230-240V ~ 50 Hz
Vermogen P: 1500 W
Bescherming type: IP20
Max. werkstukbreedte: 204 mm
Max. werkstukhoogte diktedoorlaat: 120 mm
Vlakschaaftafel: 370 x 212 mm
Vandiktetafel: 270 x 204 mm
Vandiktebank-aanvoersnelheid: 6 m/min
Nullasttoerental schaafmes: 9000 min
-1
Max. schaa nsnijdiepte: 2 mm
Max. vandikteschaaf-insnijdiepte: 2 mm
Max. schuinstelling parallelaanslag: 45°
Spaanafzuiging: Ø 100 mm
Gewicht: 27 kg
Geluid
De geluids- en vibratiewaarden zijn bepaald volgens
EN 61029.
Geluidsdrukniveau L
pA
92,9 dB(A)
Onzekerheid K
pA
3 dB
Geluidsvermogen L
WA
105,9 dB(A)
Onzekerheid K
WA
3 dB
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
• Gebruik enkel intacte toestellen.
• Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
• Pas uw manier van werken aan het toestel aan.
• Overbelast het toestel niet.
• Laat het toestel indien nodig nazien.
• Schakel het toestel uit als het niet wordt gebruikt.
7. Werkvoorbereiding
Controleer vóór elk gebruik:
• De in- en uitschakelaar incl. nooduit-schakelaar
(mits aanwezig) op het beoogde functioneren
• Vergrendelde loskoppelende veiligheidsvoorzienin-
gen (D1,D2)
door een achtereenvolgens openen van elke los
te koppelen veiligheidsvoorziening om de machi-
ne uit te schakelen en door te controleren of het
onmogelijk is dat de machine bij elke geopende
veiligheidsvoorziening wordt ingeschakeld
• Rem
middels een functiecontrole om vast te stellen
of het remmen binnen de aangegeven remtijd
geschiedt en, voor zover de machine is uitgerust
met een mechanische rem, dat de rem na elke
activering van de overbelastingsbeveiliging moet
worden gecontroleerd
• Anti-terugslagklauwen (24)
ten minste één keer per ploegendienst door
visuele controle om te waarborgen dat deze
zich in goede werktoestand bevinden, bijv. geen
beschadiging van het aanrakingsoppervlak door
stoten, en dat de anti-terugslagklauwen (24) door
het eigengewicht onverminderd terugvallen;
• Schaafblad
op beschadigingen en juiste bevestiging.
De machine mag uitsluitend worden gebruikt als
aan alle voorwaarden wordt voldaan.
Gebruik uitsluitend scherpe en goed onderhouden
messen. Gebruik uitsluitend de messen die voor de
machine geschikt zijn.
Gebruik voor het bewerken van korte werkstukken
houten schuifblokken of schuifstokken die niet defect
zijn.
Sluit de machine aan op een stof- of spaanafzuigin-
richting.
Controleer voor aanvang van de werkzaamheden of
de aanslag is vastgeklemd.
Controleer of u te allen tijde uw evenwicht kunt be-
houden. Ga aan de zijkant van de machine staan.
Houd uw handen bij een draaiende machine op
veilige afstand van de snijrol en van het punt waar
de spaanders worden uitgevoerd.
Begin pas met schaven als de snijrol het vereiste
toerental heeft bereikt.
Let hierbij bovendien op dat het werkstuk geen
kabels, touwen, snoeren of dergelijke bevat. Bewerk
geen hout dat veel knoesten of knoestgaten bevat.
Zorg dat lange werkstukken worden ondersteund ter
voorkoming van het omlaagkantelen als het schaven
voltooid is. Gebruik hiertoe bijv. de afrolstaanders of
soortgelijke voorzieningen.
Het is ten strengste verboden om spaanders of spl-
inters te verwijderen als de machine draait.
Schakel de machine direct uit als een blokkade op-
treedt. Trek de stekker los en verwijder het vastge-
klemde werkstuk.
Na elk gebruik dient u de kleinste zaaggrootte in te
stellen om enig risico op letsel te vermijden.