• Schakel de machine aan het einde van het werk
uit. Druk daarvoor op de rode knop „0“. Scheid de
machine daarna van het net.
• Verwijder spaanders en stof van de aanvoertafel
(13), afneemtafel (14) en messenblok (23) nadat
de machine compleet tot stilstand is gekomen.
• Breng de afdekking (12) van het schaafmes opni-
euw in positie.
9.2 Vandikteschaven
m LET OP! Trek vóór alle onderhouds-, schoon-
maak- en instelwerkzaamheden de netstekker uit het
stopcontact.
9.2.1 Afstelling (Fig. 13)
Plaats de kruk (4) op de kolom op de afneemtafel
(14) en draai de vandiktetafel (20) op de gewenste
hoogte. De afgestelde hoek kan op de schaal (29)
worden afgelezen.
9.2.2 Aanbrengen van de spaanafzuiging
(Fig. 8, 11-13, 16)
• Zet de vastzetknop (32) los en trek de afdekking
(12) van het schaafmes zo ver mogelijk naar
voren.
• Plaats de spaanafzuiging (5) op de afneemtafel
(14). Let erop dat de aanslagpennen en de xeer-
schroef (34) telkens in de boorgaten en de binnen-
draad op de afneemtafel (14) grijpen en de welving
(B) op de veiligheidsschakelaar (D1) ligt.
• Draai de xeerschroef (34) tot de spaanafzuiging
(5) goed gexeerd is.
• Breng de adapter voor de stofafzuiging Ø 100 mm
(27) aan aan de spaanafzuiging (5).
• Sluit de schaafmachine aan op een spaanafzu-
iginstallatie (niet bij de omvang van de levering
begrepen).
9.2.3 Werkwijze bij het vandikteschaven
(Fig. 11/13/17)
• Verbind de netstekker met de netleiding. Druk op
de groene knop „I“ teneinde de schaafmachine
aan te zetten.
• Leg een werkstuk op de vandiktetafel (20). Voer
het werkstuk aan in richting aanvoertafel (13).
• Schakel de machine aan het einde van het werk
uit. Druk daarvoor op de rode knop „0“. Scheid de
machine daarna van het net.
• Verwijder spaanders en stof van de vandiktetafel
(20) en messenblok (23) nadat de machine com-
pleet tot stilstand is gekomen.
• Gebruik bij langere werkstukken de uittrekbare
werkstukdrager.
9.3 Verwisselen van messen (Fig. 17/18)
• m LET OP! Trek principieel de netstekker uit het
stopcontact voordat u van messen verwisselt.
• Verwijder de parallelaanslag door in omgekeerde
volgorde te werk te gaan dan onder 8.1. beschre-
ven.
• Trek de afdekking (12) van het schaafmes zo ver
mogelijk naar voren zodat de gehele messenblok
(23) vrij ligt.
• Draai de spanschroeven (A) met de wijzers van
de klok mee los d.m.v. de bijgeleverde platte open
sleutel (17). Draai de messenblok (23) zodanig dat
de grendel (22) samen met het mes (21) uit kan
worden getrokken.
• Maak alle belangrijke onderdelen alsmede de
messengleuven in de messenblok (23) schoon.
• Installeer opnieuw grendel (22) samen met het
nieuwe mes (21) en richt ze zijdelings op de mes-
senblok uit.
• Plaats het instelblok voor het lemmet (15), zoals
in g. 18 getoond, op het messenblok. Let erop
dat het mes (21) het lemmetinstelblok (15) aan
weerskanten raakt.
• Draai de spanschroeven (A) aan met de meegele-
verde platte open sleutel (17).
• Schuif de afdekking (12) van het schaafmes terug
in positie zodat het mes (21) is bedekt.
m LET OP!
Gebruik uitsluitend de voor dit apparaat door de fa-
brikant aanbevolen messen. Bij gebruik van andere
messen bestaat lichamelijk gevaar op grond van
controleverlies.
Vermijd het overdraaien en mogelijk loskomen van
de schroefdraad. Grendels (22) of schroeven met
versleten schroefdraad moeten onmiddellijk worden
vervangen.
10. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Algemene onderhoudswerkzaamheden
Veeg van tijd tot tijd met een doek houtkrullen en
stof van de machine af. Olie om de levensduur van
het apparaat te verlengen eenmaal per maand de
draaiende delen. De motor niet oliën.
Gebruik voor de reiniging van de kunststof geen
bijtende middelen.
m WAARSCHUWING! Voor alle reinigings-, instel-
lings-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
koppelt u de netstekker los van de hoofdstroomvoor-
ziening!
10.1 Reiniging
• Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiespleten
en het motorhuis zo veel mogelijk vrij van stof en
vuil. Wrijf het toestel met een schone doek af of
blaas het met perslucht bij lage druk schoon.
• Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
• Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen reini-
gings- of oplosmiddelen; die zouden de kunststof-
componenten van het toestel kunnen aantasten.
Let er goed op dat geen water in het toestel
terechtkomt. Door binnendringen van water in een
elektrische apparatuur verhoogt het risico van een
elektrische schok.
• Het uitwerpen van spaanders en/of stofafzuiging
regelmatig reinigen.
• Apparaat nooit met water afspoelen!
To Next Page
Loading...
Need help?
General
