9. Ingebruikname
a) Elektrolyt vullen/vervangen
De sonde is bij levering ongevuld. Omdat het elektrolyt in de gevulde sondekop verbruikt, moet
de sonde worden gevuld tijdens de eerste ingebruikname. Evenzo moet het elektrolyt worden
vervangen als er geen stabiel meetresultaat of een vergelijking (kalibratie) aanslaat.
Als de membraankop vuil of beschadigd is, moet deze worden vervangen. Er zijn twee reserve-
membraankoppen inbegrepen.
Draag beschermhandschoenen en een veiligheidsbril bij het vullen en vervan-
gen van het elektrolyt. Vermijd huid- en oogcontact met het elektrolyt.
Spoel bij contact met het elektrolyt de plaatsen onmiddellijk met water.
Om het elektrolyt te vullen/te vervangen, gaat u als volgt te werk:
• Verwijder de sondestekker (17) van het meet-
instrument.
• Plaats de sonde op een absorberende doek
(bijv. keukenpapier).
• Trek de rode beschermkap (21) van de mem-
braankop (20).
• Schroef de membraankop (20) voorzichtig te-
gen de klok in los.
• Verwijder bij vervanging van het elektrolyt het
uitgewerkte elektrolyt uit de membraankop.
Een wegwerpspuit is hiervoor een handig
hulpmiddel. Reinig de blootgelegde sondepunt
voorzichtig met een zachte doek.
• Vul de membraankop (20) voorzichtig opnieuw met nieuw elektrolyt. De elektrolyt is zeer
viskeus.Vuldemembraankopong.¾vol.
• Sluitdeesmethetelektrolytweerzorgvuldigaf.
Als zich tijdens het vullen luchtbellen vormen, kunnen deze naar boven worden ge-
bracht door voorzichtig op de membraankop te tikken. Er mogen geen luchtbellen in
de membraankop aanwezig zijn, omdat dit de meting negatief kan beïnvloeden.
• Schroef de membraankop terug op de sonde. Veeg eventuele lekkend elektrolyt met een
zachte doek af.
• Schuif de beschermkap (21) terug op de sondekop.
• De sonde is gebruiksklaar.
78
To Next Page
Loading...
Need help?
General
