48
Nederlands
SPECIFICATIES
○ Code “CS” in de modelnaam betekent “Motor kettingzaag”
Model CS51EAP (40S) CS51EAP (45S)
CS51EAP (50S)
Soort apparatuur Motor kettingzaag, draagbaar
Cilinderinhoud (cm
3
) 50,1
Bougie NGK BPMR-7A
Inhoud brandstoftank (cm
3
)530
Inhoud olietank (cm
3
) 270
Droog gewicht (kg)
(Zonder zwaard en ketting)
5,2
Steek zaagketting (mm) 8,26
Dieptemaat kettinggeleider (mm) 1,27
Geluidsdrukniveau LpA (dB (A)) volgens ISO 22868
Gelijkwaardig
Onzekerheid
100,2
1
Geluidsdrukniveau LwA (dB (A)) volgens ISIO 22868
Gemeten
Onzekerheid
Geluidsdrukniveau LwA (dB (A))volgens 2000/14/EC
Gemeten
Gegarandeerd
113
2
114
117
Trillingsniveau (m/s
2
) volgens ISO 22867
Voorste handgreep
Achterste handgreep
Onzekerheid
2,0
2,1
0,8
2,0
2,1
0,8
2,0
2,1
0,8
Lengte zwaard (mm) 400 450 500
Soort ketting
95VPX
(Oregon)
20BPX
(Oregon)
Max. motorvermogen
volgens ISO 7293 (kW)
2,4
Max. toerental (min
-1
) 13500
Stationair toerental (min
-1
) 3000
Specifi ek brandstofverbruik bij maximaal
machinevermogen (g/kWh)
430
Max. kettingsnelheid (m/sec) 26,0
Tan dwi el (aantal tanden) 7
OPMERKING: Equivalente geluidsniveaus/trillingsniveaus zijn berekend als de tijdgewogen energiesom van de geluids-/trillingsniveaus
onder verschillende werkomstandigheden met de volgende tijdsindeling: 1/3 stationair, 1/3 max. last, 1/3 max. toerental.
* Alle gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden
MONTAGEPROCEDURES
WAARSCHUWING
Probeer in geen geval de motor te starten zonder dat de zijkant
van de behuizing, het zwaard en de ketting goed vast zit.
1. Tr ek de voorste handbescherming (2) naar de voorste
handgreep om te controleren of de kettingrem los is. (Afb. 2)
2. Verwijder de klemmoeren van de geleidebalk
(3). Verwijder de
zijkant van de behuizing (4). (Afb. 3)
3. Bevestig de geleidebalk (5) aan de bouten (6) en druk hem naar
het tandwiel (7) toe tot het niet verder kan.
4. Controleer of de zaagketting (12) de goede kant op loopt, zoals
op de afbeelding, en leg de
ketting om het tandwiel. (Afb. 5)
5. Leid de schakels van de zaagketting in de groef die helemaal
rond het zwaard loopt.
6. Doe de zijkant van de behuizing (4) weer terug op de bouten (6).
Zorg ervoor dat het uitsteeksel van de stelbout voor de
kettingspanning (8) in het
gat (9) in het zwaard past. (Afb. 4)
De remhendel (11) aan de zijkant moet passen in de groef (10)
aan de zijkant van de voorste handkap.
Draai vervolgens de klemmoeren (3) van de geleidebalk vast
zodat het uiteinde van het zwaard gemakkelijk op en neer kan
bewegen. (Afb.
3)
7. Til de punt van het zwaard iets op en span de ketting (12) door
de stelbout voor de kettingspanning (13) rechtsom te draaien.
Controleer of de ketting correct gespannen is door de ketting
midden op het zwaard voorzichtig op te tillen: er moet ongeveer
0,5 – 1,0 mm speling
(14) zijn tussen het zwaard en de buitenrand
van de schakels van de ketting. (Afb. 6, 7)
LET OP
DE JUISTE KETTINGSPANNING IS UITERST BELANGRIJK
8. Til de punt van het zwaard iets op en draai de klemmoeren van
het zwaard goed vast met de combinatiesleutel. (Afb. 7)
9.
Een nieuwe ketting zal iets oprekken, dus stel de ketting bij
na een paar keer zagen en houd het eerste half uur zagen de
kettingspanning goed in de gaten.
OPMERKING
Controleer de kettingspanning vaak om optimale prestaties en
duurzaamheid te garanderen.
LET OP
○ Wanneer de ketting te strak wordt gezet, zullen het
zwaard en
de ketting sneller slijten. Wanneer de ketting echter te los gezet
wordt, kan de ketting uit de groef in het zwaard lopen.
○ Draag altijd handschoenen wanneer u de ketting moet aanraken.
WAARSCHUWING
Houd de kettingzaag stevig met beide handen vast wanneer
u hem gebruikt. Gebruik met slechts één hand kan leiden tot
ernstig letsel.
000BookCS51EAPWE.indb48000BookCS51EAPWE.indb48 2012/03/1616:01:362012/03/1616:01:36