158
CORRECT GEBRUIK
Volg, wanneer u de airconditioner voor de eerste keer gaat gebruiken of wanneer u de waarde van SET DATA
wijzigt, de onderstaande procedure. De volgende keer kunt u de functie eenvoudigweg starten door op de toets
ON / OFF
te drukken.
Voorbereiding
Schakel de hoofdschakelaar en/of de aardlekschakelaar in.
• Wanneer de voeding ingeschakeld wordt, worden de meldingen op het display van de afstandsbediening
verlicht.
* Nadat de voeding ingeschakeld is, kunt u gedurende ongeveer 1 minuut geen functies activeren met behulp van
de afstandsbediening; dit is geen storing.
VOORWAARDE
• Schakel bij normaal gebruik de airconditioner uitsluitend in of uit met de toets
ON / OFF
en nooit met de
hoofdschakelaar of de aardlekschakelaar.
• Schakel nooit de aardlekschakelaar uit terwijl de airconditioner gebruikt wordt.
• Schakel de aardlekschakelaar minimaal 12 uur voor gebruik in, als de airconditioner gedurende langere tijd
niet gebruikt werd.
1
Druk op de toets
ON / OFF
.
De verklikkerlamp In bedrijf gaat branden en het apparaat
begint te werken.
2
Selecteer een functie met de toets
MODE
.
Wanneer u de toets indrukt verandert de melding in de
volgorde zoals die hier rechts is weergegeven.
• De functie “DROGEN
” is niet beschikbaar bij het model
met ingebouwde kanalen en het model voor hoge statische druk.
3
Selecteren het luchtvolume met de toets
FAN
.
Telkens wanneer u de toets indrukt verandert de
melding in de volgorde zoals die hier rechts is
weergegeven.
• Wanneer u de optie “AUTO
” instelt, wordt het luchtvolume aangepast, afhankelijk van de
ruimtetemperatuur.
• Bij DROGEN
wordt de melding “AUTO ” weergegeven en het uitgeblazen luchtvolume gereduceerd
(LAAG).
• Als bij verwarmen niet de gewenste ruimtetemperatuur bereikt wordt wanneer de instelling “LOW
”
geselecteerd is, stelt u de ventilatorsnelheid in op “MED
” of “HIGH ”.
• De temperatuursensor moet de temperatuur meten in de buurt van de luchtinlaat van de binnenunit.
Daardoor zal die enigszins afwijken van de kamertemperatuur, afhankelijk van de ruimte. De instelwaarde is
afhankelijk van de temperatuur in de ruimte. (Tijdens ventileren kan de functie Automatisch luchtsnelheid
aanpassen niet ingeschakeld worden.)
• De luchtvolumefunctie is niet beschikbaar voor het model met ingebouwde kanalen en het model voor hoge
statische druk. Daarbij wordt alleen “HIGH
” weergegeven voor de luchtsnelheid.
4
Stel de gewenste temperatuur in met de toetsen of “TEMP. ” of met de toets “TEMP. ”.
Stoppen
Druk op de toets
ON / OFF
.
De verklikkerlamp In bedrijf dooft en het apparaat stopt.
1
3
2
4
ON / OFF
FAN
TEMP.
SWING/FIXTIME
MODE
VENT
UNITSET CL
FILTER
RESET
TEST
TIMER SET
HEAT DRY COOL FAN
Model met warmtepomp
DRY COOL FAN
Model voor alleen koelen
(Drogen)
LOW MED. HIGH
AUTO