1
103
INSTALLATIE VAN BINNEN- EN BUITENUNIT
Lees de informatie volledig door en ga vervolgens stap voor stap te werk.
Fig. 1
Binnenunit
• Stel de binnenunit niet bloot aan warmte of stoom.
• Kies een plaats waar zich geen obstakels vóór of rondom de unit bevinden.
• Zorg ervoor dat condenswater continu omlaag kan worden afgevoerd.
• Plaats de unit niet in de buurt van een deuropening.
• Zorg ervoor dat de ruimte links en rechts van de unit meer dan 12 cm bedraagt.
• Gebruik een leidingzoeker om leidingen en / of elektrische kabels op te sporen, zodat onnodige bescha-
diging van de wand kan worden voorkomen.
• De binnenunit moet op de wand worden geïnstalleerd op een hoogte van ten minste 2,3 meter van de
vloer.
• De binnenunit moet zodanig worden geïnstalleerd, dat een minimale afstand tot het plafond van 15
cm wordt aangehouden.
• Bij eventuele variaties in de lengte van de leidingen moet de hoeveelheid koudemiddel worden aan-
gepast.
Fig. 2
LINKS
Meer dan 30 cm.
ACHTER
Meer dan 30 cm.
RECHTS
Meer dan 60 cm.
VOOR
Meer dan 200 cm.
Meer dan 60 cm.
Meer dan 15 cm.
M
eer dan 12 cm.
Meer dan 12 cm.
Ten minste 2,3 m
G
WAARSCHUWINGEN
Deze installatie moet geaard zijn en geïnstalleerd met een aardlekschakelaar. Wanneer de
aarding niet goed is, kan dit elektrische schokken veroorzaken.
G
ebruik geen verlengsnoer. Dit kan tot vuur of elektrische schokken leiden.
Installeer de unit niet op een plaats waar brandbaar gas lekt.
• Als gas weglekt en zich verzamelt in het gebied rondom de unit, kan dit leiden tot een
ontploffing.
Breng de afvoer-/pijpleidingen aan in overeenstemming met de installatie-instructie.
• Bij een defect in de afvoer-/pijpleidingen kan water uit de unit weglekken en kan huisraad nat
worden en beschadigd raken.