Zie afbeelding 11: het buigen van de koelleidingen aan de achterkant van het apparaat moet uiterst
zorgvuldig gebeuren! De leidingen zijn van koper. Als het gemarkeerde gedeelte meermaals wordt gebo-
gen, barst het koper als gevolg van een fysisch proces. Door dergelijke barsten kan koudemiddel weglek-
ken; dit wordt niet door de garantie gedekt.
Fig. 11
5. Leidingwerk aanbrengen en omwikkelen
Voeg de leidingen, verbindingskabel en afvoerslang met behulp van tape stevig samen tot een bundel, en
zorg dat dit gelijkmatig gebeurt (zie Fig. 9).
INSTALLATIE VAN DE BUITENUNIT
Voorzorgsmaatregelen bij buiteninstallatie
• Plaats de buitenunit op een stevige ondergrond om ongewenste geluiden en trillingen zo veel moge-
lijk te beperken.
• Kies de richting van de luchtuitlaat zodanig, dat de afgevoerde lucht niet wordt belemmerd.
• Indien de installatieplaats wordt blootgesteld aan sterke wind, bijvoorbeeld aan zee, moet ervoor wor-
den gezorgd dat de ventilator goed werkt door de unit in de lengterichting langs de wand te plaatsen
of door stof- of windleiplaten te gebruiken.
• Met name in gebieden met veel wind moet de unit zodanig worden geplaatst, dat blootstelling aan
N
iet buigen!
Buig hier
(
slechts 1x)
Buig hier
(slechts 1x)
G
LET OP
• Het condenswater van de binnenunit wordt verzameld in de opvangbak en uit de ruimte
afgevoerd. Plaats geen andere objecten in de opvangbak.
• Sluit eerst de binnenunit aan en pas daarna de buitenunit. (TS 4xx)
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat de afvoerslang niet slap hangt.
• Breng warmte-isolatie aan op de beide aansluitleidingen.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang zich aan de onderzijde van de bundel bevindt. Wanneer de
slang aan de bovenzijde wordt aangebracht, kan de afvoerbak in de unit overlopen.
• Breng de voedingskabel nooit kruiselings over ander kabels aan en vlecht de kabels nooit in elkaar.
• Laat de afvoerslang over de volledige lengte schuin omlaag lopen, zodat het condenswater
gemakkelijk wordt afgevoerd.
1
110