200
NL
cod. 3542B380 - Rev 00 - 05/2022
5.2 DE TEMPERATUUR VAN EEN ZONE WEERGEVEN
1. Ga naar het gebied “GESELECTEERDE ZONE / VER-
ANDERING ZONE”
CRP
DIN
23/07/19 12:19
27.5
MENU MODUS
16.0 °C
°C
afb. 37
2. Druk op de toets of de toets om van de ene zone naar de andere te gaan: de naam van de geselecteerde zone
verschijnt in het kader.
NB De verandering vindt cyclisch plaats in alle gecongureerde zones.
Nadat de gewenste zone is geselecteerd, verschijnt in het midden van het hoofdscherm de omgevingstemperatuur van de
betreffende zone.
NB: de informatie in de verschuivende balk onderaan en het menu MODUS hebben betrekking op de geselec-
teerde zone.
5.3 INSTELLING VAN DE WERKINGSWIJZE
1. Selecteer de gewenste zone met de toets .
2. Selecteer met de toetsen
en het actieve gebied
en bevestig vervolgens met de toets .
CRP
DIN
23/07/19 12:19
27.5
MENU MODUS
16.0 °C
afb. 38
NB De volgende bedrijfsmodi zijn mogelijk voor een zone:
a. AUTOMATISCH: het omgevingssetpoint van de zone wordt bepaald volgens de tijdprogrammering.
b. HANDMATIG: het omgevingssetpoint kan worden ingesteld en blijft constant.
c. ZONE UITGESCHAKELD: de vraag om verwarming/koeling in de zone is uitgeschakeld.
3. Selecteer de gewenste modus met de toetsen
en
.
4. Bevestig met de toets
.
CRP
AUTOMATISCH
HANDMATIG
ZONE UITGESCHAKELD
afb. 39
De huidige modus van de zone wordt aangegeven door de tekst die onderaan de hoofdpagina verschuift.