7
Controleer dat de beschikbare elektrische voeding en de netfrequentie
overeenkomen met de vereiste werkingsstroom waarbij rekening
gehouden moet worden met de specifieke plaats van het toestel en
de stroom die noodzakelijk is om elk toestel dat met hetzelfde circuit
verbonden is te voeden.
ECP 06 230 V~ +/- 10 % 50 HZ 1 fase
ECP 08 230 V~ +/- 10 % 50 HZ 1 fase
ECP 11 230 V~ +/- 10 % 50 HZ 1 fase
ECP 13 230 V~ +/- 10 % 50 HZ 1 fase
ECP 15 230 V~ +/- 10 % 50 HZ 1 fase
Volg het overeenkomstige bijgevoegde bekabelingsschema.
De aansluitingsdoos bevindt zich aan de rechterkant van de eenheid.
Drie verbindingen zijn bestemd voor de elektrische voeding en twee
voor de besturing van de filtreerpomp (Besturingssysteem).
3. INSTALLATIE EN AANSLUITING (vervolg)
3.4 Elektrische aansluiting
F NF C15-100 GB BS7671:1992
D DIN VDE 0100-702 EW EVHS-HD 384-7-702
A ÖVE 8001-4-702 H MSZ 2364-702/1994/MSZ 10-553 1/1990
E UNE 20460-7-702 1993,
RECBT ITC-BT-31 2002
M MSA HD 384-7-702.S2
IRL Wiring Rules + IS HD 384-7-702 PL PN-IEC 60364-7-702:1999
I CEI 64-8/7 CZ CSN 33 2000 7-702
LUX 384-7.702 S2 SK STN 33 2000-7-702
NL NEN 1010-7-702 SLO SIST HD 384-7-702.S2
P RSIUEE TR TS IEC 60364-7-702
Algemene voeding
230V~ / 50Hz
Voltvrij contact
max 7 A
De elektrische installatie en de bekabeling van deze uitrusting moeten
in overeenstemming zijn met de plaatselijk geldende installatieregels.