6 - 13
Periodieke regelingen en onderhoud
NL
6
NL
6
Koelvloeistof
Altijd het peil van het koelmiddel contro-
leren voordat u het voertuig gebruikt. U
moet het koelmiddel ook verversen op
de in de tabel voor het geprogrammeerd
onderhoud en smeren voorgeschreven
ogenblikken.
Het koelmiddelpeil controleren
1. Het voertuig op een vlakke ondergrond
zetten en recht houden.
NOTA
Om het koelmiddelpeil te controleren,
moet de motor koud zijn omdat het peil
varieert afhankelijk van de temperatuur
van de motor.
Het voertuig moet perfect recht staan tij-
dens de controle van het koelmiddelpeil.
Ook een heel klein beetje schuin staande
motor verkeerde meetresultaten geven.
2. Het peil van het koelmiddel in de koel-
middeltank controleren.
NOTA
Het koelmiddel moet tussen de min. en
max. aanduiding staan.
1
2
4
3
1. Koelmiddeltank
2. Aanduiding maximum peil.
3. Aanduiding min. peil
4. Dop op koelmiddeltank
3. Als het koelmiddel onder of tot net aan
het min. komt, verwijdert u de vuldop op
de koelmiddeltank.
WAARSCHUWING
Verwijder alleen de dop op de koelmid-
deltank.
Probeer nooit de radiateurdop te
verwijderen als de motor warm is.
4. Koelmiddel bijvullen of gedistilleerd
water om het koelmiddel tot aan het max.
peil te laten komen; koelmiddeltankdop
installeren.
OPGELET
Als u geen koelmiddel heeft, gebruikt
u in de plaats daarvan gedistilleerd wa-
ter of zacht kraantwater. Geen voor de
motor schadelijk kalk- of zouthoudend
water gebruiken. Als u water gebruikt
heeft in de plaats van koelmiddel, ver-
vangt u dit zo snel mogelijk door koel-
middel omdat anders het koelsysteem
niet beschermd is tegen vriestempera-
turen en corrosie. Als u water aan het
koelmiddel heeft toegevoegd, laat u zo
snel mogelijk door een dealer van Be-
nelli de hoeveelheid koelmiddel con-
troleren omdat de eciëntie van het
koelmiddel afneemt.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
