NL 151
Stappen voor installatie en opstarten
Lees de Veiligheidsvoorschriften op pagina 149 voordat u verder gaat.
Actie Pag.
1 Controleer de levering. 149
2 Zorg er voor dat de installatie-omgeving geschikt is voor de ACS55. 152
3 Monteer de omvormer. 154 -
155
4 Controleer of de standaardinstellingen van toepassing zijn: nominale frequentie van de motor is 50 Hz; de belasting is
een pomp of een ventilator; maximale uitgangsfrequentie is 50 Hz. Als de standaardinstellingen niet geschikt zijn, pas
dan de instellingen aan met behulp van de DIP switches.
156
5 Controleer dat de MOTOR I NOM potentiometer overeenkomt met de nominale stroom van de motor. Het bepaalt de
werking van de thermische beveiligingsfunctie van de motor.
158
6 Pas de acceleratie/deceleratietijd potentiometer ACC/DEC aan, indien nodig. 158
7 Sluit de voedingskabel en de motorkabels aan. 159
8 Sluit de besturingsdraden aan. 160
9 Schakel de voeding in. De groene LED licht op. Opmerking: de motor draait als het startsignaal actief is.
10 Stel de toerental-referentie in en activeer het startsignaal. De motor zal accelereren tot de ingestelde toerental-
referentie.
162