162 NL
Toerentalregeling
De analoge ingang geeft de toerental- (frequentie-) referentie voor de ACS55. De samenhang tussen de analoge ingang en de
referentie hangt af van de instelling van de DIP switches zoals hieronder aangegeven. De uitgangsfrequentie volgt de referentie-
veranderingen zoals gedefinieerd door de ACC/DEC potentiometer.
Hoge frequentie modus UIT (standaard) Hoge frequentie modus AAN
DIP switch instellingen:
HI FREQ = UIT
AI OFFSET = UIT (curve a) of AAN** (curve b)
MOTOR NOM FREQ = 50 of 60 Hz
DIP switch instellingen:
HI FREQ = AAN
AI OFFSET = UIT (curve a) of AAN** (curve b)
MOTOR NOM FREQ = 50 of 60 Hz
De uitgangs-frequentie is begrensd tot de
gekozen nominale frequentie van de motor.
De werkelijke uitgangsfrequentie is begrensd tot een waarde tussen
f
N
en f
N
+ 70 Hz
door de HI FREQ potentiometer. De potentiometer heeft geen effect op de schaling
van de analoge ingang.
* Gebruik de AI jumper voor het kiezen van een spanning- of stroomsignaal. Zie pagina
160.
** Om de omvormer te beschermen tegen analoge ingangssignaal-verliezen, valt de omvormer in fout als de waarde van het signaal
onder 2 V (4 mA) zakt.
f
Ingang*
10 V
f
N
[V, mA]
0
2 V
4 mA
a
b
20 mA
f
Ingang*
10 V
[V, mA]
0
f
N
+ 70 Hz
frequentie-referentie
f
N
uitgangsfrequentie limiet
2 V
4 mA
a
b
20 mA