69 NL/BE
3-draads overlocknaad
Opmerking: De volgende informatie is slechts een richtwaarde.
Instellingen van de spanningen zijn afhankelijk van:
1) Soort en dikte van de stof
2) Naalddikte
3) Dikte, soort en materiaalsamenstelling van de draad
Naaldpositie
Naadbreedtevingerschakelaar S
Steeklengte 2–4
Draad van de
bovengrijper
rechter kant linker kant
Naalddraad
Draad van de
ondergrijper
Naalddraad
Correcte instelling
Stel de instelwielen van de draadspanningen op de hierna afgebeelde
waarden in en naai een proefnaad op het te gebruiken materiaal.
Materiaal Draadspanning
blauw groen oranje geel
Licht 4,0 0 8,0
Normaal 5,0 0 8,5
Zwaar 5,0 0 8,5
Materiaal Draadspanning
blauw groen oranje geel
Licht 2,5 1,0 7,0
Normaal 3,0 1,0 7,0
Zwaar 3,5 1,0 7,0
Draadspanning instellen
Als de bovengrijperdraad te los is, dient
– u het instelwiel voor de bovendraadspanning (oranje) op een hogere
waarde in te stellen.
Als de ondergrijperdraad te los is, dient
– u het instelwiel voor de ondergrijperdraad (geel) op een hogere
waarde in te stellen of
– u het instelwiel voor de bovendraadspanning (oranje) op een lagere
waarde in te stellen.
Als de bovendraad te los is, dient
– u het instelwiel voor de bovendraadspanning (blauw of groen) op een
hogere waarde in te stellen of
– u het instelwiel voor de bovengrijperdraad (oranje) op een lagere
waarde in te stellen.
Naalddraad
rechter kant linker kant
Draad van de
ondergrijper
Naalddraad
Draad van de
bovengrijper
Naalddraad Naalddraad
rechter kant rechter kant
linker kant linker kant
Draad van de
ondergrijper
Draad van de
bovengrijper
Draad van de
bovengrijper
Draad van de
ondergrijper
4-draads stretch-veiligheidsnaad
Opmerking: De volgende informatie is slechts een richtwaarde.
Instellingen van de spanningen zijn afhankelijk van:
1) Soort en dikte van de stof
2) Naalddikte
3) Dikte, soort en materiaalsamenstelling van de draad
Naaldpositie
Naadbreedtevingerschakelaar S
Steeklengte 2–4
Draad van de
bovengrijper
rechter kant linker kant
Draad van de
ondergrijper
rechter
naalddraad
linker
naalddraad
Correcte instelling
Stel de instelwielen van de draadspanningen op de hierna afgebeelde
waarden in en naai een proefnaad op het te gebruiken materiaal.
Materiaal Draadspanning
blauw groen oranje geel
Licht 2,5 2,5 3,0 3,0
Normaal 3,0 3,0 3,0 3,0
Zwaar 3,5 3,5 3,0 3,0
Draadspanning instellen
Als de bovengrijperdraad op de linker kant van het materiaal verschijnt,
dient
– u het instelwiel voor de bovengrijperdraadspanning (oranje) op een
hogere waarde in te stellen of
– u het instelwiel voor de ondergrijperdraadspanning (geel) op een
lagere waarde in te stellen.
347907_BE 69 24-Apr-2020