74 NL/BE
Machine onderhouden
Een overlockmachine vergt meer onderhoud als een gangbare naaimachine.
Dit heeft twee belangrijke redenen:
1. Door het korten van de stofranden ontstaat veel meer slijtage.
2. Een overlockmachine werkt met een zeer hoge snelheid en moet zodoende
regelmatig worden gesmeerd, zodat de beweeglijke delen beweeglijk
blijven.
Machine reinigen
ATTENTIE! Voor het reinigen van
de machine dient u per sé de stek-
ker uit het stopcontact trekken.
Verwijder regelmatig stof en pluizen
uit het grijper- en mesgedeelte.
Gebruik hiervoor een droge borstel.
Opmerking: Een pluizenborstel
is verkrijgbaar als speciaal toebe-
hoor.
Machine smeren
ATTENTIE! Voor het smeren van
de machine dient u per sé de stek-
ker uit het stopcontact trekken.
De in de afbeelding gemarkeerde
smeerpunten regelmatig smeren.
Opmerking: Gebruik uitsluitend
naaimachine-olie. Het gebruik van
andere olie kan tot beschadigin-
gen aan de machine leiden.
Ondermes vervangen
ATTENTIE! Voor het vervangen
van het ondermes per sé de stek-
ker uit het stopcontact trekken.
Het ondermes dient te worden
vervangen, zodra het bot wordt.
Het vervangen van het ondermes
is met behulp van deze gebruiks-
aanwijzing mogelijk. Mocht u hierbij
echter problemen hebben, dient u
contact op te nemen met een ge-
autoriseerde SINGER-leverancier.
Controleer of de stekker is uitge-
trokken.
Open de grijperruimte en zet het
ondermes (1) buiten gebruik.
Maak de bevestigingsschroef (2)
los en verwijder het ondermes (3).
Plaats een nieuw ondermes in de
groef van de ondermesbevestiging.
Draai de bevestigingsschroef (2)
vast.
Breng het bovenmes (1) weer in
werkpositie.
Naaistoringen en het oplossen hiervan
Storing Oplossing
Stof wordt niet
gelijkmatig ge-
transporteerd
– Steeklengte vergroten
– Druk van de naaivoet bij dikke stof verhogen
– Druk van de naaivoet bij dunne stof verminderen
Gebroken naald – Naald correct plaatsen
– Stof tijdens het naaien niet trekken
– Naaldbevestigingsschroef vastdraaien
– Bij dikkere stof een dikkere naald gebruiken
Draadbreuk – Controleer het inrijgen
– Controleer, of de draad ergens vast haakt
– Naald correct plaatsen
– Nieuwe naald plaatsen, omdat de oude naald
eventueel verbogen of bot is
– Hoogwaardige draad gebruiken
– Draadspanning verminderen
Foute steken – Nieuwe naald plaatsen, omdat de oude naald
eventueel verbogen of bot is
– Naaldbevestigingsschroef vastdraaien
– Naald correct plaatsen
– Naaldtype en -maat vervangen
– Controleer het inrijgen
– Druk van de naaivoet verhogen
– Hoogwaardige draad gebruiken
Onregelmatige
steekpatroon
– Draadspanning instellen
– Controleer, of de draad ergens vast haakt
– Controleer het inrijgen
Naaiwerk krult – Draadspanning instellen
– Controleer, of de draad ergens vast haakt
– Lichte, hoogwaardige draad gebruiken
– Steeklengte verkleinen
– Druk van de naaivoet bij dunne stof verminderen
Onnauwkeurige
snijrand
– Positie van het mes controleren
– Één c.q. beide messen vervangen
Stof loopt niet
vlot door
– Grijpruimte voor het naaien sluiten
– Controleer, of de draad ergens vast haakt
– Dikke stoflagen met een normale naaimachine aan
elkaar naaien en dan met de overlockmachine
nogmaals naaien
Machine
werkt niet
– Machine aan de stroom aansluiten
Materiaal-, draad- en naaldtabel
Materiaal Draad
Naald
SINGER
Cat.-nr. 2022
Licht
Batist, organza, chiffon
Katoen nr. 100
Zijde nr. 100
Kunstvezel nr. 80–90
Polyester nr. 80–100
nr. 11
Normaal
Mousseline, fijn linnen,
satijn, gabardine, fijne
wollen stof
Katoen nr. 60–80
Zijde nr. 50
Kunstvezel nr. 60–80
Polyester nr. 60–80
nr. 11, nr. 14
Zwaar
Spijkerstof, tweed,
corduroy, serge (stof
voor afwerkingen)
Katoen nr. 40–60
Zijde nr. 40–60
Kunstvezel nr. 60–80
Polyester nr. 50–80
nr. 14
347907_BE 74 24-Apr-2020