66
Combinatie-instrument
OPMERKING:
• Om de elektrische meter en haar werking niet te beschadigen:
• Maak de plastic componenten zoals het dashboard, de koplamp, de bedekkingen enz. niet schoon met
solventen zoals benzine. Plastic componenten schoonmaken met solventen kan ze ernstig beschadigen.
○,A Richtingaanwijzerlampje
Het overeenkomstige knipperlichtje knippert wanneer de knipperlichtschakelaar naar rechts of links wordt
gedrukt.
○,B ABS controlelampje
Normaal gezien gaat het ABS (Anti-lock Brake System) waarschuwingslichtje aan als het
contactschakelaar wordt aangedaan en gaat dan snel weer uit kort nadat de motorfiets rijdt. Als het ABS
systeem normaal werkt blijft het lichtje uit. Als er iets fout is met het ABS systeem gaat het
waarschuwingslichtje aan en blijft het aan. Als de indicator aan is, dan werkt het ABS systeem niet maar
in dat geval werkt de klassieke rem nog wel.
○,C Oliecontrolelampje
Het oliecontrolelampje geeft aan hoe lang de motorolie in gebruik is. Het oliecontrolelampje gaat branden
op elke 1.000 km rijafstand volgens de olieafstandsmeter (pagina 9). Wanneer dit lampje brandt,
controleert men het oliepeil in kijkglas van de oliepeilcontrole (pagina 22) In de olie-kilometerstandmodus
drukt u snel tweemaal op de S-knop om het oliecontrolelampje te resetten (pagina 9).
○,A
○,H
○,G
WAARSCHUWING:
De knoppen van het instrument nooit bedienen tijdens het rijden op de scooter.
○,B
○,C
○,D
○,E
○,F
○,I ○,J
○,K
○,A