Werking
146
7 Werking
7.1 Vóór het inschakelen van de machine
Draai de waterkraan open.
Schakel de hoofdschakelaar in.
Test voor uw eigen veiligheid de aardlekschakelaar van de klant.
Machinedeur openen.
Controleer of de wasvelden (boven en onder) en de zeven (vlakzeef, zeefcilinder) ingebouwd zijn.
Machinedeur sluiten.
Controleer of er reinigingsmiddel en naglansmiddel in de voorraadreservoirs (ingebouwd of buiten de
machine staand) zit. Vul het ingebouwde voorraadreservoir tijdig bij zodat het wasresultaat niet nadelig
wordt beïnvloed. Bij buiten de machine staande voorraadreservoirs deze wisselen zodra deze leeg zijn.
7.2 Machine inschakelen en bedrijfsgereed maken
7.3 Reinigen
Voorzichtig
Mogelijk verbrandingsgevaar door heet water
Houd kinderen uit de buurt van de professionele afwasautomaat. In de binnenruimte
bevindt zich water met een temperatuur van ca. 62 °C.
Open de deur nooit als de machine aan het wassen is. Het gevaar bestaat dat heet water
naar buiten spuit. Annuleer eerst het reinigingsprogramma ( 7.3.5).
Mogelijk letselgevaar
Plaats scherpe, puntige delen zodanig in de machine dat u zich niet daaraan kunt
verwonden.
Mogelijke storing van het reinigingsprogramma door te veel aanwezig vuil
Reinig serviesgoed en pannen met koud water uit een handdouche. Verwijder grove
etensresten.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
