AFSTELLINGEN 3
NL-17
3.12 KOOIAFSLAGSCHAKELAAR ________________________________________________
De voorste hefarmen links en rechts zijn voorzien van
tongenschakelaars die de controller het signaal geven om
de kooien stil te zetten. De schakelaars zijn op het
tractorframe gemonteerd, direct achter de hefarmen. Als de
kooien na heffing blijven draaien, of niet draaien na
omlaagbrenging, moeten de schakelaars worden
geïnspecteerd en waar nodig bijgesteld of vervangen.
Schakelaarbijstelling
:
1. Parkeer de tractor of een effen, horizontaal vlak.
2. Verwijder de kooi van de hefarm.
3. Draai de contactsleutel naar de AAN-stand
om de
controller te activeren. De kooien noch de motor
mogen worden gestart.
4. Stel de luchtspleet tussen schakelaar en arm bij tot
.060” - 1.120”.
5. Breng de arm met de hand omhoog tot een hoek van
17°.
6. Met de arm in deze stand dient de schakelaar
(I)
op of
neer te worden bewogen totdat het corresponderende
lampje op de controller uitgaat (# 17 ingeval van rechts
en # 18 ingeval van links). Zet de schakelaar in de
gewenste positie vast.
7. Herhaal de procedure bij de andere hefarm.
8. Start de motor en controleer of de kooien bij heffing
worden stilgezet.
N.B.
De tongenschakelaars bepalen het punt waar de
kooien worden stilgezet, niet hoe hoog ze stijgen. Dit
gebeurt in feite tot een hoek van iets meer dan 17° is
bereikt.
9. Start de tractor en controleer de werking van de
hefarmen.
Afb. 3L
3.13 TOESPOOR BESTURING____________________________________________________
1. Draai de wielen in de rechtuit-stand.
2. Los de contramoeren
(J)
aan weerszijden van de
spoorstang
(M)
.
3. Draai trekstang (
M
) om juiste toespoor te bereiken. Dit
mag niet meer zijn dan +1.5 mm
(K)
. Zet de
tegenmoeren weer vast.
4. Na regeling van de spoorstang dient de stuurcilinder te
worden afgesteld door stang
(N)
zover in of uit het
kogelscharnier te draaien dat de spilarm
(L)
0,8-2 mm
van de begrenzer op de as blijft
(O)
wanneer de
cilinder geheel is uitgeschoven.
Afb. 3M
To Next Page
Loading...
Need help?
General
