97
Naaoopvandecontrolesenafstellingenkuntutotdeeindtestvan
de installatie overgaan.
!
bevoegd en ervaren personeel uitgevoerd te worden dat ook
bepalen moet welke tests in functie van de bestaande risico’s
Deeindtestisverreweghetbelangrksteonderdeelvandeaanleg
van een automatisering. Elk afzonderlk onderdeel, bvoorbeeld
motor,noodstop,fotocellene.d.kaneenspeciekeeindtestfasevra-
gen; het is daarom raadzaam de procedures uit de desbetreffende
handleiding zorgvuldig uit te voeren.
Voor de eindtest van de besturingseenheid dient u onder-
staande handelingen te verrichten:
1. Selectie functies:
•Zetdedipschakelaar1opON(Semi-automatischewerking)en
de andere op OFF
2. DrukopdetoetsOpenenverieerdat:
•hetknipperlichtinwerkingtreedt
•ereenopeningsmanoeuvrevanstartgaat
• de manoeuvre b het bereiken van de mechanische stop in
openingsstand stopt .
3. DrukopdetoetsSluitenverieerdat:
•hetknipperlichtinwerkingtreedt
•ereensluitmanoeuvrevanstartgaat
• de manoeuvre b het bereiken van de mechanische stop in
sluitstand stopt .
4. Laat een openingsmanoeuvre van start gaan en controleer dat
tdensdemanoeuvreinwerkingtredingvaneeninrichting:
•GekoppeldaandeingangStop,eenonmiddellkeonderbreking
van de manoeuvre met een korte terugloop ten gevolge heeft
•GekoppeldaandeingangFoto,geenenkelgevolgheeft
5. Laateensluitmanoeuvrevanstartgaanencontroleerdattdens
de manoeuvre inwerkingtreding van een inrichting:
•GekoppeldaandeingangStop,eenonmiddellkeonderbreking
van de manoeuvre met een korte terugloop ten gevolge heeft
•GekoppeldaandeingangFoto,onderbrekingenterugloopvan
de manoeuvre ten gevolge heeft
• Gekoppeld aan de ingang Foto1, onderbreking en terugloop
van de manoeuvre ten gevolge heeft
6. Verieer op de aangesloten ingangen dat activering van de
ingang een stap ten gevolge heeft in de reeks:
•IngangStap-voor-Stap:Reeks=Open–Stop–Sluit–Stop
•IngangOpen:Reeks=Open–Stop–Open–Stop
•IngangSluit:Reeks=Sluit–Stop-Sluit–Stop
7. Als de functie fototest wordt gebruikt, dient u na te gaan of de
test goed werkt:
• Onderbreek de fotocel Foto, laat vervolgens een manoeuvre
van start gaan en controleer dat die niet wordt uitgevoerd
•OnderbreekdefotocelFoto1,laatvervolgenseenmanoeuvre
van start gaan en controleer dat die niet wordt uitgevoerd
•BrenghetcontactvanfotocelFotoinkortsluiting,laatvervol-
gens een manoeuvre van start gaan en controleer dat die niet
wordt uitgevoerd
•BrenghetcontactvanfotocelFoto1inkortsluiting,laatvervol-
gens een manoeuvre van start gaan en controleer dat die niet
wordt uitgevoerd
8. Verricht de tests voor het vaststellen van de Stootkrachten zoals
voorzien in de norm EN 12445
Alsernaaoopvandeeindtestverderefunctieswordengeactiveerd
die de veiligheid van de installatie nadelig kunnen beïnvloeden, dient
ueenspeciekeeindtestvoordiefunctiesuittevoeren.
Inbedrfstellingkanalleenplaatsvindennadatallefasenvandeeind-
test van de besturingseenheid en de andere aanwezige inrichtingen
metsuccesznafgesloten.Gedeeltelkeinbedrfstellingofinbedrf-
stellingin“tdelke”situatiesisniettoegestaan.
1. Maak een technisch dossier van de automatisering en bewaar
dat tenminste 10 jaar, dat tenminste bestaat uit: de overzichts-
tekening van de automatisering, het elektrische bedradings-
schema, een analyse van de risico’s en de toegepaste oplossing
daarvoor, de conformiteitsverklaringen van alle fabrikanten voor
allegebruikteinrichtingen(gebruikvoorA60debgevoegdeEG-
Verklaringvanovereenstemming);kopievandegebruiksaanw-
zingen en het onderhoudsplan van de automatisering.
2. Breng op de poort een plaatje aan met daarop tenminste de
volgende gegevens: type automatisering, naam en adres van de
fabricant (verantwoordelk voor de “inbedrfstelling”), serienum-
mer,bouwjaaren“CE”-keurmerk.
3.Brengindenabheidvandepoorteennietteverwderenetiket
ofplaatjeaanwaaropdehandelingenznaangegevenvoorhet
ontgrendelen en handmatig bewegen van de deur
4. Stel de verklaring van overeenstemming voor de automatisering
op en geef ze aan de eigenaar van de automatisering.
5. Maak de handleiding “Aanwzingen en aanbevelingen voor het
gebruikvandeautomatisering”engeefdieaandeeigenaarvan
de automatisering.
6.Stel een onderhoudsplan (met daarindevoorschriften voor het
onderhoud van alle inrichtingen van de automatisering) op en
geef dit aan de eigenaar van de automatisering.
7.Informeervóórdeinbedrfstellingvandeautomatiseringdeeige-
naaruitvoerigen schriftelk (bvoorbeeld in de handleiding met
aanwzingenenaanbevelingenvoorhetgebruikvandeautoma-
tisering)overdenogaanwezigegevarenenrisico’s.
6) Eindtest
NL