OPMERKING
Als op grond van het installatievoorschrift een aardlekschakelaar nodig is, dan moet een aardlekschakelaar
van het type A worden gebruikt.
Bij het gebruik van type A moet in het menu "DC-parameters" de isolatie-drempelwaarde op groter dan/
gelijk aan (≥) 200kOhm worden ingesteld Configuration via web user interface.
Bij vragen over het geschikte type neemt u contact op met de installateurs of de klantenservice van KACO
new energy.
7.6 PV-generator op het apparaat aansluiten
7.6.1 PV-generator op aardsluiting controleren
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Zware letsels of overlijden door het aanraken van de spanningsgeleidende aansluitingen. Bij instraling op
de PV-generator staat er op de open einden van de DC-kabels een gelijkspanning.
› Schakel het aansluitvermogen aan de switch-box of string-combiner via de DC-scheidingsschakelaar
vrij.
› De DC-aansluiting is uitsluitend bestemd voor PV-generatoren. Andere bronnen vallen onder het niet-
reglementaire gebruik (bijv. batterijen).
› Raak kabels van de PV-generator alleen aan de isolatie aan. Raak open kabeleinden niet aan.
› Voorkom kortsluitingen.
› Sluit geen strengen met aardsluiting op het apparaat aan.
Op aardsluiting controleren
1 Stel de gelijkspanning tussen aardpotentiaal (PE) en pluskabel van de PV-generator vast.
2 Stel de gelijkspanning tussen aardpotentiaal (PE) en minkabel van de PV-generator vast.
ð Als stabiele spanningen worden gemeten, is een aardsluiting in de DC-generator resp. in de bekabeling aanwezig.
De verhouding van de gemeten spanningen ten opzichte van elkaar duidt op de locatie van deze fout.
3 Mogelijke fouten moeten vóór verdere metingen worden hersteld.
4 Stel de elektrische weerstand tussen aardpotentiaal (PE) en pluskabel van de PV-generator vast.
5 Stel de elektrische weerstand tussen aardpotentiaal (PE) en minkabel van de PV-generator vast.
ð Neem voor het overige in acht dat de PV-generator in totaal een isolatieweerstand van meer dan 2,0 MOhm
heeft, omdat het apparaat bij een te lage isolatieweerstand anders niet voedt.
6 Mogelijke fouten moeten vóór het aansluiten van de DC-generator worden hersteld.
7.6.2 PV-generator aanbrengen
VOORZICHTIG
Beschadiging van de componenten bij ontbrekende aanbrenging
In het verwachte temperatuurbereik van de PV-generator mogen de waarden voor nullastspanning en de
kortsluitstroom nooit de waarden voor U
DCMAX
en I
SCMAX
conform de Technische gegevens overschrijden.
› Neem de grenswaarden volgens de Technische gegevens in acht.
OPMERKING
Aard en realisatie van de PV-module.
Aangesloten PV-modules moeten conform IEC 61730 Class A geschikt zijn voor de hiervoor bedoelde DC-
systeemspanning, tenminste echter voor de waarde van de AC-netspanning.
KACO blueplanet 87.0 TL3 KACO blueplanet 92.0 TL3 KACO blueplanet 110 TL3 KACO blueplanet 125 TL3 KA-
CO blueplanet 137 TL3 KACO blueplanaet 150 TL3
Bladzijde 199
ENDEFRESPTITNL